Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Mut haben:
  2. Wiktionary:
    • den Mut haben → våga


Duits

Uitgebreide vertaling voor den Mut haben (Duits) in het Zweeds

Mut haben:

Mut haben [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Mut haben (Wagen; sich Getrauen)
    våga; ha mod; ta risken

Vertaal Matrix voor Mut haben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ha mod Mut haben; Wagen; sich Getrauen
ta risken Mut haben; Wagen; sich Getrauen
våga Mut haben; Wagen; sich Getrauen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
våga eine Wette machen; riskieren; sich getrauen; sich trauen; sich wagen; sich zutrauen; wagen; wetten


Wiktionary: den Mut haben


Cross Translation:
FromToVia
den Mut haben våga aandurven — Moed hebben

Verwante vertalingen van den Mut haben