Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. trostlos:
Zweeds naar Duits:   Meer gegevens...
  1. tröstlös:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor trostlos (Duits) in het Zweeds

trostlos:

trostlos bijvoeglijk naamwoord

  1. trostlos (mismutig)
    tröstlöst; otröstlig; otröstligt
  2. trostlos
    tröstlöst; djupt sorgsen; djupt sorgen; tröstlös; förkrossat
  3. trostlos (tiefbetrübt; untröstlich)
    otröstligt; otröstlig

Vertaal Matrix voor trostlos:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
djupt sorgen trostlos
djupt sorgsen trostlos
förkrossat trostlos mißvergnügt; tieftraurig; unzufrieden; verdrießlich; verdrossen; zu Tode betrübt; ärgerlich; übler Laune
otröstlig mismutig; tiefbetrübt; trostlos; untröstlich
otröstligt mismutig; tiefbetrübt; trostlos; untröstlich
tröstlös trostlos
tröstlöst mismutig; trostlos

Synoniemen voor "trostlos":


Computer vertaling door derden:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor trostlos (Zweeds) in het Duits

tröstlös:

tröstlös bijvoeglijk naamwoord

  1. tröstlös (djupt sorgsen; djupt sorgen; tröstlöst; förkrossat)
    trostlos

Vertaal Matrix voor tröstlös:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trostlos djupt sorgen; djupt sorgsen; förkrossat; tröstlös; tröstlöst otröstlig; otröstligt; tröstlöst

Synoniemen voor "tröstlös":


Wiktionary: tröstlös


Computer vertaling door derden: