Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Zoek: vermisst

Duitse en Zweedse zoekresultaten voor: vermisst

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vermissen:
  2. vermessen:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor vermisst (Duits) in het Zweeds

vermisst:


Synoniemen voor "vermisst":

  • abgängig; fehlend

vermissen:

vermissen werkwoord (vermisse, vermisst, vermisste, vermisstet, vermißt)

  1. vermissen
    vara saknad
    • vara saknad werkwoord (är saknad, var saknad, varit saknad)
  2. vermissen (verloren gehen; verlieren; abhanden kommen; unterliegen)
    komma bort; gå vilse; tappa vägen
    • komma bort werkwoord (kommer bort, komm bort, kommit bort)
    • gå vilse werkwoord (går vilse, gick vilse, gått vilse)
    • tappa vägen werkwoord (tappar vägen, tappade vägen, tappat vägen)
  3. vermissen (entbehren)
    sakna; fattas
    • sakna werkwoord (saknar, saknade, saknat)
    • fattas werkwoord (fattas, fattades, fattats)

Conjugations for vermissen:

Präsens
  1. vermisse
  2. vermisst
  3. vermisst
  4. vermissen
  5. vermisst
  6. vermissen
Imperfekt
  1. vermisste
  2. vermisstest
  3. vermisste
  4. vermissten
  5. vermisstet
  6. vermissten
Perfekt
  1. habe vermißt
  2. hast vermißt
  3. hat vermißt
  4. haben vermißt
  5. habt vermißt
  6. haben vermißt
1. Konjunktiv [1]
  1. vermisse
  2. vermissest
  3. vermisse
  4. vermissen
  5. vermisset
  6. vermissen
2. Konjunktiv
  1. vermissete
  2. vermissetest
  3. vermissete
  4. vermisseten
  5. vermissetet
  6. vermisseten
Futur 1
  1. werde vermissen
  2. wirst vermissen
  3. wird vermissen
  4. werden vermissen
  5. werdet vermissen
  6. werden vermissen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde vermissen
  2. würdest vermissen
  3. würde vermissen
  4. würden vermissen
  5. würdet vermissen
  6. würden vermissen
Diverses
  1. vermiss!
  2. vermisst!
  3. vermissen Sie!
  5. vermißt
  6. vermissend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor vermissen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fattas entbehren; vermissen abwesend sein; fehlen; versäumen
gå vilse abhanden kommen; unterliegen; verlieren; verloren gehen; vermissen entgleisen; herumgehen; nicht mehr den richtigen Weg finden können; schiefgehen; sich verlaufen; sich verlauft haben; untergehen; verlorengehen; verschwinden; zugrunde gehen
komma bort abhanden kommen; unterliegen; verlieren; verloren gehen; vermissen entfliehen; freikommen; verschwinden
sakna entbehren; vermissen entbehren
tappa vägen abhanden kommen; unterliegen; verlieren; verloren gehen; vermissen verlorengehen
vara saknad vermissen

Synoniemen voor "vermissen":


Wiktionary: vermissen

vermissen
verb
  1. -
Cross Translation:
FromToVia
• vermissen → sakna ↔ miss — to feel the absence of someone or something
• vermissen → längta till; längta tillbaka till; längta efter ↔ yearn — to have a strong desire; to long
• vermissen → saknas; missa ↔ manquer — (vieilli) faillir, tomber en faute.

vermessen:

vermessen werkwoord (vermesse, vermißt, vermaßt, vermessen)

  1. vermessen (kartieren; messen; bemessen; aufmessen)
    kartlägga
    • kartlägga werkwoord (kartlägger, kartlade, kartlagt)

Conjugations for vermessen:

Präsens
  1. vermesse
  2. vermißt
  3. vermißt
  4. vermessen
  5. vermeßt
  6. vermessen
Imperfekt
  1. vermaß
  2. vermaßt
  3. vermaßt
  4. vermaßen
  5. vermaßt
  6. vermaßen
Perfekt
  1. habe vermessen
  2. hast vermessen
  3. hat vermessen
  4. haben vermessen
  5. habt vermessen
  6. haben vermessen
1. Konjunktiv [1]
  1. vermesse
  2. vermessest
  3. vermesse
  4. vermessen
  5. vermesset
  6. vermessen
2. Konjunktiv
  1. vermäße
  2. vermäßest
  3. verm,äße
  4. vermäßen
  5. vermaßt
  6. vermäßen
Futur 1
  1. werde vermessen
  2. wirst vermessen
  3. wird vermessen
  4. werden vermessen
  5. werdet vermessen
  6. werden vermessen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde vermessen
  2. würdest vermessen
  3. würde vermessen
  4. würden vermessen
  5. würdet vermessen
  6. würden vermessen
Diverses
  1. vermiß
  2. vermesset!
  3. vermessen Sie!
  5. vermessen
  6. vermessend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

vermessen bijvoeglijk naamwoord

  1. vermessen (hochfliegend; verwegen; tollkühn; ambitiös)
    högtflygande

Vertaal Matrix voor vermessen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kartlägga aufmessen; bemessen; kartieren; messen; vermessen bewerten; einschreiben; eintragen; erkunden; insKatastereintragen; katastrieren
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
högtflygande ambitiös; hochfliegend; tollkühn; vermessen; verwegen hochgehend

Synoniemen voor "vermessen":


Wiktionary: vermessen

vermessen
adjective
  1. übermäßig ehrgeizig und deshalb riskant
Cross Translation:
FromToVia
• vermessen → dumdristig ↔ foolhardy — hotheaded

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0809 seconde
Page rendered in 1.0 seconds