Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Zoek: bib

Engelse en Duitse zoekresultaten voor: bib

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

bib:
- Lätzchen
Wiktionary:
- bib → Lätzchen, Latz
- bib → Sabbellätzchen

Duits naar Engels: Meer gegevens...

BiB:
- picture-in-picture
Biß:
- bite to eat; snack; fast food; bite

Engels

Uitgebreide vertaling voor bib (Engels) in het Duits

bib:

bib [the ~] zelfstandig naamwoord

the bib

– a napkin tied under the chin of a child while eating ¹
Lätzchen
- Lätzchen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bib:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Lätzchen	bib
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	tipple

Verwante woorden van "bib":

bibs

Synoniemen voor "bib":

piece of cloth; piece of material
napkin; table napkin; serviette
tipple; drink; booze; fuddle

Verwante definities voor "bib":

a napkin tied under the chin of a child while eating¹
top part of an apron; covering the chest¹
drink moderately but regularly¹

Wiktionary: bib

bib

noun

item of clothing for babies
- bib → Lätzchen; Latz

bib

noun

kleines Tuch als Schutz vor Verschmutzung beim Essen, das um den Hals herum gebunden wird
- Lätzchen → bib
Brustteil eines Bekleidungsstückes, oft zwei Träger und ein verbindendes Mittelstück als oberes Teil einer Hose oder eines Rocks
- Latz → bib

Cross Translation:

From	To	Via
• bib	→ Sabbellätzchen	↔ bavoir — petite pièce de tissu qu’on attacher sous le menton des jeunes enfants pour recevoir la bave, la salive qui coule souvent de leur bouche.

Duits

Uitgebreide vertaling voor bib (Duits) in het Engels

BiB:

BiB

BiB (Bild-im-Bild)
the picture-in-picture
– A small, inset, secondary video window displayed inside the main video window. ²
- picture-in-picture [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor BiB:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
picture-in-picture	BiB; Bild-im-Bild

Biß:

Biß [der ~] zelfstandig naamwoord

der Biß (Zwischenmahlzeit; Schnack; Bissen)
the bite to eat; the snack; the fast food
- bite to eat [the ~] zelfstandig naamwoord
- snack [the ~] zelfstandig naamwoord
- fast food [the ~] zelfstandig naamwoord
der Biß (Knacks)
the bite
- bite [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Biß:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bite	Biß; Knacks	Anbeißen; Bissen; Happen; Mundvoll
bite to eat	Bissen; Biß; Schnack; Zwischenmahlzeit
fast food	Bissen; Biß; Schnack; Zwischenmahlzeit
snack	Bissen; Biß; Schnack; Zwischenmahlzeit	Bissen; Delikatesse; Erfrischung; Erquickung; Feinkost; Happen; Imbiß; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Leckereien; Nascherei; Naschwerk; Süßigkeit; Süßigkeiten; etwas Süßes
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bite		anbeißen; beißen; schneiden; zubeißen