Engels
Uitgebreide vertaling voor cross-link (Engels) in het Duits
cross-link: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- cross: überschreiten; Kreuz; Heimsuchung; Last; Bürde; Kreuzform; sauer; wütend; ärgerlich; zornig; geladen; verbissen; grimmig; erzürnt; ergrimmt; behindern; entgegenwirken; konterkarieren; hintertreiben; entgegenarbeiten; Kreuzchen; enttäuschen; ernüchtern; frustrieren; Kruzifix; Kreuzbild; überqueren; verückt; herüberfahren; hinüberfahren
- link: Beziehung; Vertrag; Verband; Verbindung; Gemeinschaft; Zusammenhang; Binde; Konnexion; Konnex; zusammenfügen; aneinanderkuppeln; Anschluß; Bindung; Einheitlichkeit; Glied; Bindeglied; Verbindungsglied; Kettenglied; vereinen; fügen; knüpfen; vereinigen; kuppeln; koppeln; verketten; zusammenlegen; verkuppeln; aneinanderreihen; Band; Bündnis; Verbunden sein; verbinden; kombinieren; Linienverbindung; verknüpfen; anschließen; OLE/DDE-Verknüpfung; Link; Verknüpfung
cross-link:
Vertaal Matrix voor cross-link:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| - | cross-linkage |
Synoniemen voor "cross-link":
Verwante definities voor "cross-link":
Wiktionary: cross-link
cross-link
verb
-
to form a link between adjacent chains of a polymer
- cross-link → vernetzen