Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. brick:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor brick (Engels) in het Duits

brick:

brick [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the brick (stone)
    der Backstein
  2. the brick (building block; building stone)
    der Baustein
    • Baustein [der ~] zelfstandig naamwoord
  3. the brick

brick bijvoeglijk naamwoord

  1. brick (stone)
    steinern

Vertaal Matrix voor brick:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Backstein brick; stone
Baustein brick; building block; building stone building block; document element
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ziegel brick
- building block; card
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
steinern brick; stone brick-built; fossilised; fossilized; freezing; icy; of stone; petrified; turned to stone

Verwante woorden van "brick":

  • bricks

Synoniemen voor "brick":


Verwante definities voor "brick":

  1. rectangular block of clay baked by the sun or in a kiln; used as a building or paving material1
  2. a good fellow; helpful and trustworthy1

Wiktionary: brick

brick
noun
  1. a building material
  2. hardened block used for building
brick
noun
  1. laienhafte Bezeichnung für den Ziegel, einer im Bauwesen verwenden Grobkeramik
  2. Quader gebranntem Ton, der für den Bau einer Mauer verwendet wird
  3. Bauelement für Gebäude u. ä., Baustein
  4. -
  5. ein einzelnes Bauelement aus Keramik

Cross Translation:
FromToVia
brick Klinker klinker — een harde baksteen die door zijn structuur geen water opzuigt
brick Backstein baksteen — een uit klei of leem gebakken steen
brick Backstein; Ziegel; Ziegelstein brique — Bloc de pierre artificielle fabriqué avec de la terre argileuse.

Verwante vertalingen van brick