Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. patient:
  2. Wiktionary:
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Patient:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor patient (Engels) in het Duits

patient:

patient bijvoeglijk naamwoord

  1. patient (waiting patiently; calm)
    geduldig; fügsam; langmütig; passiv; gelassen; sich fügend
  2. patient (long-enduring; submissive)
    langmütig; geduldig; gelassen

patient [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the patient (sick person)
    der Patient; der Kranke
    • Patient [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Kranke [der ~] zelfstandig naamwoord
  2. the patient (sick person; sufferer)
    der Leidende
    • Leidende [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor patient:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kranke patient; sick person
Leidende patient; sick person; sufferer
Patient patient; sick person
- affected role; patient role
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- forbearing; invalid; long-suffering; sick person
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fügsam calm; patient; waiting patiently accommodating; amenable; complaisant; compliant; cooperative; docile; flexible; humble; kneadable; malleable; meek; mouldable; obedient; obliging; plastic; pliable; pliant; ready; servient; simple to operate; slavishly; submissive; supple; tolerant; tractable; willing; workable; yielding
geduldig calm; long-enduring; patient; submissive; waiting patiently impassive; stoic; stoical; submissive
gelassen calm; long-enduring; patient; submissive; waiting patiently calm; carefree; careless; collected; composed; cool; dry-eyed; easy; equally; equanimous; evenly; fresh; impassive; in control; light-spirited; lighthearted; meek; placid; stable; steady; stoic; stoical; submissive; unaffected; unbroached; unconcerned; unimpaired; unmoved; unopened; unspoiled; untouched; unused; unweakened; virgin
langmütig calm; long-enduring; patient; submissive; waiting patiently
passiv calm; patient; waiting patiently calm; passive; resigned
sich fügend calm; patient; waiting patiently calm; resigned

Verwante woorden van "patient":

  • inpatient, patients, patientest

Synoniemen voor "patient":


Antoniemen van "patient":


Verwante definities voor "patient":

  1. enduring trying circumstances with even temper or characterized by such endurance1
    • a patient smile1
    • was patient with the children1
    • an exact and patient scientist1
    • please be patient1
  2. the semantic role of an entity that is not the agent but is directly involved in or affected by the happening denoted by the verb in the clause1
  3. a person who requires medical care1
    • the number of emergency patients has grown rapidly1

Wiktionary: patient

patient
adjective
  1. not losing one's temper while waiting
noun
  1. someone who receives treatment from a doctor
patient
adjective
  1. Geduld habend
noun
  1. eine kranke Person, die medizinisch behandelt oder betreut wird
  2. Passagier in einem Fahrzeug

Cross Translation:
FromToVia
patient Patient patiënt — iemand die medische hulp krijgt
patient geduldig geduldig — bereid te wachten en tegenslagen te verdragen
patient geduldig patient — qui attend et qui persévère avec tranquillité

Verwante vertalingen van patient



Duits

Uitgebreide vertaling voor patient (Duits) in het Engels

Patient:

Patient [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Patient (Kranke)
    the patient; the sick person

Vertaal Matrix voor Patient:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
patient Kranke; Patient Leidende
sick person Kranke; Patient Leidende
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
patient fügsam; geduldig; gelassen; langmütig; passiv; sich fügend

Synoniemen voor "Patient":


Wiktionary: Patient

Patient
noun
  1. eine kranke Person, die medizinisch behandelt oder betreut wird
Patient
noun
  1. someone who receives treatment from a doctor

Cross Translation:
FromToVia
Patient patient patiënt — iemand die medische hulp krijgt