Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. belonging:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor belongings (Engels) in het Duits

belongings:


Vertaal Matrix voor belongings:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- holding; property
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- `; effects

Verwante woorden van "belongings":


Synoniemen voor "belongings":


Verwante definities voor "belongings":

  1. something owned; any tangible or intangible possession that is owned by someone1

Wiktionary: belongings

belongings
plural
  1. -
belongings
noun
  1. meist Plural: unmittelbarer, meist geringer Besitzstand eines Menschen, Besitz zum täglichen Leben gehörig
  2. Besitz
  1. alles, was jemand besitzt, jemandes gesamtes Eigentum

belonging:

belonging [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the belonging (possession)
    Eigentum; der Besitz; Besitztum
    • Eigentum [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Besitz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Besitztum [das ~] zelfstandig naamwoord

belonging bijvoeglijk naamwoord

  1. belonging (going)
    stammend; hingehorend

Vertaal Matrix voor belonging:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Besitz belonging; possession assets; balance; household effects; ownership; possessions; property
Besitztum belonging; possession assets; balance; commodities; household effects; ownership; possession; possessions; property
Eigentum belonging; possession assets; balance; commodities; household effects; ownership; possession; possessions; property
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Besitz Ownership
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hingehorend belonging; going
stammend belonging; going

Verwante woorden van "belonging":


Synoniemen voor "belonging":


Verwante definities voor "belonging":

  1. happiness felt in a secure relationship1
    • with his classmates he felt a sense of belonging1