Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. condescending:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor condescending (Engels) in het Duits

condescending:

condescending bijvoeglijk naamwoord

  1. condescending (self-satisfied; presumptuous; haughty; )
    eingebildet; selbstgefällig; hochmütig; anmaßend; hoffärtig; überheblich; arrogant

Vertaal Matrix voor condescending:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- arch; patronising; patronizing
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- patronising; patronizing
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anmaßend arrogant; condescending; haughty; overbearing; presumptuous; self-satisfied; stuck-up arrogant; bumptious; conceited; foppish; glorious; haughty; high-handed; impudent; insolent; lofty; overbearing; pedantic; presumptuous; proud; shameless; supercilious; superior; swanky; vigorous
arrogant arrogant; condescending; haughty; overbearing; presumptuous; self-satisfied; stuck-up arrogant; depreciatory; derogatory; disparaging; haughty; high-and-mighty; high-handed; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; proud; shameless; slighting; supercilious; superior
eingebildet arrogant; condescending; haughty; overbearing; presumptuous; self-satisfied; stuck-up arrogant; bumptious; conceited; deceitful; deceptive; depreciatory; derogatory; disparaging; fancied; fictitious; foppish; haughty; high-and-mighty; high-handed; illusive; illusory; imaginary; misleading; presumptuous; proud; slighting; supercilious; superior; swanky; untrue; untruthful
hochmütig arrogant; condescending; haughty; overbearing; presumptuous; self-satisfied; stuck-up arrogant; boastful; depreciatory; derogatory; disparaging; flaunting; haughty; high-and-mighty; high-handed; lah-di-dah; loud; overweening; presumptuous; proud; slighting; supercilious; superior
hoffärtig arrogant; condescending; haughty; overbearing; presumptuous; self-satisfied; stuck-up boastful; depreciatory; derogatory; disparaging; flaunting; haughty; high-and-mighty; lah-di-dah; loud; overweening; proud; slighting; supercilious
selbstgefällig arrogant; condescending; haughty; overbearing; presumptuous; self-satisfied; stuck-up arrogant; depreciatory; derogatory; disparaging; glorious; haughty; high-and-mighty; high-handed; lofty; presumptuous; proud; slighting; supercilious; superior; vigorous
überheblich arrogant; condescending; haughty; overbearing; presumptuous; self-satisfied; stuck-up arrogant; depreciatory; derogatory; disparaging; haughty; high-and-mighty; high-handed; impudent; insolent; overbearing; presumptuous; proud; shameless; slighting; supercilious; superior

Verwante woorden van "condescending":

  • condescendingly

Synoniemen voor "condescending":


Verwante definities voor "condescending":

  1. (used of behavior or attitude) characteristic of those who treat others with condescension1

Wiktionary: condescending

condescending
adjective
  1. assuming a tone of superiority or a patronizing attitude
condescending
adjective
  1. betont gnädig, seinen vermeintlich oder tatsächlich höheren Rang herausstellend