Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. fraction:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor fraction (Engels) in het Duits

fraction:

fraction [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fraction
    der Zahnbruch; der Bruch; die Fraktur
    • Zahnbruch [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Bruch [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Fraktur [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. the fraction
    – A small part, amount, or proportion of something. 1

Vertaal Matrix voor fraction:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bruch fraction break; breaking; breaks; crack; cracking; crash; disentanglement; division; divorce; flaw; fracture; kink; litter; mine; mineshaft; partition; pit; refuse; rubbish; segregation; separation; waste
Fraktur fraction break; fracture
Teil building; construction; edifice; element; elementary component; fundamental ingredient; ingredient; limbs; lot; member; parliamentary party; part; piece; portion; premises; principle ingredient; section; segment; share; small part; structure
Zahnbruch fraction
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- divide
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Teil fraction control part; part

Verwante woorden van "fraction":


Synoniemen voor "fraction":


Antoniemen van "fraction":


Verwante definities voor "fraction":

  1. a small part or item forming a piece of a whole2
  2. the quotient of two rational numbers2
  3. a component of a mixture that has been separated by a fractional process2
  4. perform a division2
  5. A small part, amount, or proportion of something.1
  6. A number that is not a whole number, such as ½ (vulgar fraction) or 0.5 (decimal fraction), formed by dividing one quantity into another.1

Wiktionary: fraction

fraction
noun
  1. arithmetic: ratio
  2. part of a whole
fraction
noun
  1. Chemie: eine Untergruppe von Substanzen in einem Stoff (zum Beispiel die Eiweiß-Fraktion der Milch)
  2. Mathematik: rationale Zahl, die keine Ganzzahl ist, vor allem in der Darstellung \frac{a}{b}, wobei man a den Zähler, b den Nenner und den trennenden Strich Bruchstrich nennt.
  3. kleiner Teil eines Ganzen
  4. Mathematik: die Darstellung eines Quotienten von Termen, insbesondere von ganzen Zahlen, bei der man einen zumeist horizontalen horizontalen Bruchstrich zieht, über diesem als Zähler den Dividenden schreibt und unterhalb als Nenner den Divisor.

Cross Translation:
FromToVia
fraction Fraktion fractie — een klein deel
fraction Bruch breuk — de uitkomst (quotiënt) van een deling van twee of meer gehele getallen