Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. on:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor on:
    • auf
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. on:


Engels

Uitgebreide vertaling voor on (Engels) in het Duits

on:

on bijvoeglijk naamwoord

  1. on (upon; to; at; )
    an; auf
    • an bijvoeglijk naamwoord
    • auf
  2. on (at; upon; in; to; up)
    an; dazu
    • an bijvoeglijk naamwoord
    • dazu bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor on:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- along
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
auf at; in; on; onto; to; up; upon
- on stage
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- along; forward; on behalf of
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
an at; in; on; onto; to; up; upon at the; close to
dazu at; in; on; to; up; upon before; for that; in front of; let that pass; let's forget; that's all right so far; to

Synoniemen voor "on":


Antoniemen van "on":


Verwante definities voor "on":

  1. in operation or operational1
    • left the oven on1
    • the switch is in the on position1
  2. (of events) planned or scheduled1
    • the picnic is on, rain or shine1
    • we have nothing on for Friday night1
  3. with a forward motion1
    • the circus traveled on to the next city1
    • march on1
  4. indicates continuity or persistence or concentration1
    • his spirit lives on1
    • shall I read on?1
  5. in a state required for something to function or be effective1
    • turn the lights on1
    • get a load on1

Wiktionary: on

on
en-prep
  1. paid for by
  2. used to indicate means or medium
  3. because of, or due to something
  4. touching; hanging from
  5. at the date of
    • onan
  6. dealing with the subject of
  7. covering
  8. positioned at the upper surface of
adverb
  1. continuing an action
  2. to an operating state
    • onan
adjective
  1. in the state of being active, functioning or operating
    • onan
on
  1. -
  2. (transitiv) jemanden bitten, sich als Helfer, Vermittler oder dergleichen entscheidend in etwas einzuschalten/auf etwas Einfluss zu nehmen
  3. an steht für eine bestimmte Richtung, ein bestimmtes Ziel, einen Zielpunkt, mit welchem etwas in Berührung kommt; einen Ort, mit dem etwas in Berührung ist, einen Zeitpunkt, eine virtuelle Richtung
  4. Temporale Präposition; mit dem Dativ: bestimmt einen Zeitpunkt
adjective
  1. umgangssprachlich, nur prädikativ: eingeschaltet, an (bei Schaltern)
verb
  1. transitiv, EDV: durch einen Klick mit der Maus markieren oder auswählen
adverb
  1. umgangssprachlich: einschalten oder anzünden

Verwante vertalingen van on



Duits

Uitgebreide vertaling voor on (Duits) in het Engels

Äon:


Synoniemen voor "Äon":


Wiktionary: Äon

Äon
noun
  1. Geologie: Erdzeitalter
Äon
noun
  1. geological time period

Cross Translation:
FromToVia
Äon eon; aeon éon — géologie|fr Plus grande unité de période de temps de l’échelle géologique.