Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Zoek: password

Engelse en Duitse zoekresultaten voor: password

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

password:
- Kennwort; Kenwort; Stichwort; Parole; Losung; Zugriffscode
Wiktionary:
- password → Codewort, Passwort, Parole, Kennwort
- password → Passwort, Kennwort

Engels

Uitgebreide vertaling voor password (Engels) in het Duits

password:

password [the ~] zelfstandig naamwoord

the password
Kennwort; Kenwort; Stichwort; die Parole; die Losung
- Kennwort [das ~] zelfstandig naamwoord
- Kenwort [das ~] zelfstandig naamwoord
- Stichwort [das ~] zelfstandig naamwoord
- Parole [die ~] zelfstandig naamwoord
- Losung [die ~] zelfstandig naamwoord
the password
Kennwort
- Kennwort [das ~] zelfstandig naamwoord
the password (access code)

– A string of characters entered by a user to verify his or her identity to a network or to a local computer or device. ¹
Kennwort; Zugriffscode
- Kennwort [das ~] zelfstandig naamwoord
- Zugriffscode

Vertaal Matrix voor password:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Kennwort	access code; password	battle cry; campaign slogan; election slogan; key word; keyword; maxim; motto; parole
Kenwort	password
Losung	password	battle cry; campaign slogan; election slogan; maxim; motto; parole; slogan
Parole	password	battle cry; campaign slogan; device; election slogan; maxim; motto; parole; slogan; war cry
Stichwort	password	battle cry; campaign slogan; clue; cue; election slogan; hint; keyword; lead; pointer; tip; tip-off
-	countersign; parole; watchword; word
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Zugriffscode	access code; password
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	watchword

Verwante woorden van "password":

passwords

Synoniemen voor "password":

watchword; word; parole; countersign; positive identification; secret; arcanum

Verwante definities voor "password":

a secret word or phrase known only to a restricted group²
- he forgot the password²
A string of characters entered by a user to verify his or her identity to a network or to a local computer or device.¹

Wiktionary: password

password

noun

secret word used to gain admittance
- password → Codewort; Passwort; Parole
computing: string of characters known only to a user
- password → Passwort

password

noun

Mittel zur Authentifizierung eines Benutzer
- Passwort → password
Wort, das nur berechtigten Personen bekannt ist und Zugang zu etwas ermöglicht, der nicht allen offen stehen soll
- Kennwort → code name; password

Cross Translation:

From	To	Via
• password	→ Passwort; Kennwort	↔ wachtwoord — een geheim woord dat men moet produceren om ergens toegelaten te worden
• password	→ Kennwort	↔ mot de passe — code alphanumérique ou phrase, moyen d’authentification, qu'il faut donner pour accéder dans un endroit protégé ou pour utiliser une ressource ou un service dont l'accès est limité et protégé.