Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. rind:
  2. Wiktionary:
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Rind:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor rind (Engels) in het Duits

rind:

rind [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the rind (peel; shell; skin)
    die Schale
    • Schale [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. the rind (bark)
    die Rinde; der Bast; die Borke; die Schale
    • Rinde [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bast [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Borke [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schale [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. the rind (crust; scab)
    die Kruste; der Schorf; die Borke
    • Kruste [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Schorf [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Borke [die ~] zelfstandig naamwoord

rind werkwoord

  1. rind (peel; skin)
    schälen; pellen; enthäuten
    • schälen werkwoord (schäle, schälst, schält, schälte, schältet, geschält)
    • pellen werkwoord
    • enthäuten werkwoord (enthäute, enthäutest, enthäutet, enthäutete, enthäutetet, enthäutet)

Vertaal Matrix voor rind:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bast bark; rind
Borke bark; crust; rind; scab bark; bark-piece; cortex; scab
Kruste crust; rind; scab scab
Rinde bark; rind bark
Schale bark; peel; rind; shell; skin baking dish; casserole; dish; eggshell; feed box; food bowl; platter; trough
Schorf crust; rind; scab scab
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enthäuten peel; rind; skin bone; debark; flay; fleece; graze; poach; skin; strip
pellen peel; rind; skin
schälen peel; rind; skin let peel oneself; peel

Verwante woorden van "rind":

  • rinds

Synoniemen voor "rind":


Verwante definities voor "rind":

  1. the natural outer covering of food (usually removed before eating)1

Wiktionary: rind

rind
noun
  1. hard outer layer of fruit, cheese
rind
noun
  1. die äußere Umhüllung verschiedener Lebensmittel, etwa beim Brot (Brotkruste) oder beim Käse (Käserinde)

Verwante vertalingen van rind



Duits

Uitgebreide vertaling voor rind (Duits) in het Engels

Rind:

Rind [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Rind (Kuh; Rindvieh)
    the cow; the moo
    • cow [the ~] zelfstandig naamwoord
    • moo [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. Rind
    the cattle
    • cattle [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Rind:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cattle Rind Rindvieh
cow Kuh; Rind; Rindvieh Dirne; Flittchen; Herumtreiberin; Hure; Kuh; Nutte; Schlampe; leichtes Mädchen
moo Kuh; Rind; Rindvieh Dirne; Flittchen; Herumtreiberin; Hure; Nutte; Schlampe; leichtes Mädchen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
moo blöken; muhen

Synoniemen voor "Rind":

  • Bovinae; Rindvieh; Artiodactyla; Paarhufer

Wiktionary: Rind

Rind
noun
  1. Wiederkäuer mit paarigen Zehen, ältestes Nutztier des Menschen, Lieferant von Milch, Fleisch, Zugkraft, Talg, Leder, Haaren und Dünger
Rind
noun
  1. any domestic bovine regardless of sex or age

Verwante vertalingen van rind