Engels
Uitgebreide vertaling voor sailship (Engels) in het Duits
sailship: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- sail: steuern; lavieren; navigieren; segeln; abfahren; abreisen; fortfahren; wegfahren; fortreisen; wegreisen; befahren; auslaufen; ansteuern; ausfahren; zuhalten auf; besegeln
- ship: Fahrzeug; senden; abschicken; verschicken; liefern; bestellen; zustellen; abgeben; besorgen; ausliefern; abliefern; laden; einladen; aufladen; verladen; beladen; befrachten; bringen; rundbringen; ins Haus schicken; einsteigen; entern; einschiffen
- hip: Hüfte; Ruhm; Beliebtheit; Popularität
Spelling Suggesties voor: sailship
- Searching for suggestions...
Wiktionary: sailship
sailship
noun
-
Segelschiff oder Segelboot
Computer vertaling door derden:
Duits
Suggesties voor sailship in het Duits
Spelling Suggesties voor: sailship
- Searching for suggestions...
Computer vertaling door derden: