Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. teller:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor Teller (Engels) in het Duits

teller:

teller [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the teller (cashier; cash girl)
    die Kassiererin

Vertaal Matrix voor teller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Kassiererin cash girl; cashier; teller cashier
- bank clerk; cashier; narrator; storyteller; vote counter

Verwante woorden van "teller":

  • tellers

Synoniemen voor "teller":


Verwante definities voor "teller":

  1. someone who tells a story1
  2. an employee of a bank who receives and pays out money1
  3. an official appointed to count the votes (especially in legislative assembly)1

Wiktionary: teller

teller
noun
  1. person who tells stories
  2. bank clerk who receives and pays out money
  3. person who counts the votes in an election
teller
noun
  1. Person, die etwas erzählt

Teller:


Vertaal Matrix voor Teller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- Edward Teller

Verwante definities voor "Teller":

  1. United States physicist (born in Hungary) who worked on the first atom bomb and the first hydrogen bomb (1908-2003)1

Verwante vertalingen van Teller