Home ->Woordenboeken ->Engels/Duits ->Vertaal chisel

Vertaal chisel van Engels naar Duits

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

chisel:
- Meißel
Wiktionary:
- chisel → meißeln
- chisel → Meißel, Stemmeisen
- chisel → ausmeißeln, aushauen, Meißel, Beitel, meißeln, Stemmeisen, Stecheisen, schneiden, hacken, hauen

Engels

Uitgebreide vertaling voor chisel (Engels) in het Duits

chisel:

chisel [the ~] zelfstandig naamwoord

the chisel
der Meißel
- Meißel [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chisel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Meißel	chisel
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	cheat; rip off
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	chisel out

Verwante woorden van "chisel":

chisels

Synoniemen voor "chisel":

edge tool
cheat; deceive; lead on; delude; cozen
rip off; victimize; victimise
carve; cut up

Verwante definities voor "chisel":

an edge tool with a flat steel blade with a cutting edge¹
carve with a chisel¹
- chisel the marble¹
deprive somebody of something by deceit¹
- They chiseled me out of my money¹
engage in deceitful behavior; practice trickery or fraud¹
- Who's chiseling on the side?¹

Wiktionary: chisel

chisel

verb

to use a chisel
- chisel → meißeln

noun

tool consisting of a slim oblong block of metal
- chisel → Meißel; Stemmeisen

chisel

noun

Handwerkzeug: zum Trennen oder Abbrechen von Werkstoff
- Stemmeisen → chisel; crowbar
Werkzeug, das dazu dient, die Schlagkraft eines Hammers auf einen sehr präzisen Punkt zu konzentrieren
- Meißel → chisel

Cross Translation:

From	To	Via
• chisel	→ ausmeißeln; aushauen	↔ uitbeitelen — met een beitel uithakken
• chisel	→ Meißel; Beitel	↔ beitel — een scherp stuk gereedschap met een wigvormige snede
• chisel	→ meißeln	↔ buriner — travailler au burin.
• chisel	→ Meißel; Stemmeisen; Stecheisen; Beitel	↔ ciseau — Lame, pièce métallique aiguisée à son extrémité, servant à couper ou à travailler le bois, le métal, etc.
• chisel	→ meißeln	↔ ciseler — (cuisine) Couper un aliment en cubes très fin, en coupant 3 fois de haut en bas et 3 fois dans le sens de la largeur en laissant le pédoncule entier (pour qu'il tienne les tranches), ensuite on coupe très finement l'oignon perpendiculairement au incisions préalablement faites. (par exemple l' oignon), ou à in
• chisel	→ meißeln; schneiden; hacken; hauen	↔ tailler — couper, retrancher d’une matière, en ôter avec le marteau, le ciseau, ou tout autre instrument, ce qu’il y a de superflu, pour lui donner une certaine forme, pour la rendre propre à tel ou tel usage.

Verwante vertalingen van chisel

¹WordNet 3.0 Copyright 2006 by Princeton University