Consolation in het Duits vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

consolation:
- Trost; Vertröstung; Tröstung; Ermutigung; Ermunterung; Anspornung; Zuspruch
Wiktionary:
- consolation → Trostpreis, Trost
- consolation → Trost

Engels

Uitgebreide vertaling voor consolation (Engels) in het Duits

the consolation (solace; comfort)
der Trost; die Vertröstung; die Tröstung
- Trost [der ~] zelfstandig naamwoord
- Vertröstung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Tröstung [die ~] zelfstandig naamwoord
the consolation (encouragement; cheer)
die Ermutigung; die Ermunterung; die Anspornung; Zuspruch
- Ermutigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ermunterung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Anspornung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zuspruch [das ~] zelfstandig naamwoord
the consolation (comfort; encouragement; relief)
die Ermutigung; die Zuspruch; die Ermunterung
- Ermutigung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zuspruch [die ~] zelfstandig naamwoord
- Ermunterung [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Anspornung	cheer; consolation; encouragement	cheers; encouragement; encouraging; help; putting on; stay; stimulation; support; switching on; turning on; turning up; urging; urging on
Ermunterung	cheer; comfort; consolation; encouragement; relief	impulse; incitement; stimulant; stimulation; stimulus; thrill
Ermutigung	cheer; comfort; consolation; encouragement; relief	impulse; incitement; instigation; stimulant; stimulation; stimulus; thrill
Trost	comfort; consolation; solace	comfort; solace
Tröstung	comfort; consolation; solace
Vertröstung	comfort; consolation; solace
Zuspruch	cheer; comfort; consolation; encouragement; relief
-	comfort; solace; solacement

the act of consoling; giving relief in affliction¹
- his presence was a consolation to her¹
the comfort you feel when consoled in times of disappointment¹
- second place was no consolation to him¹

consolation

noun

consolation

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• consolation	→ Trost	↔ troost — steun bij verdriet of pijn
• consolation	→ Trost	↔ consolation — soulagement donné à l’affliction, à la douleur, au déplaisir de quelqu’un.