Engels

Uitgebreide vertaling voor consort (Engels) in het Duits

consort:

consort [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the consort (better half)
    die Ehehälfte
  2. the consort (life companion; spouse; life partner)
    der Ehepartner; der Lebensgefährte; der Partner
  3. the consort (husband; wife)
    die Frau; Weib; die Gattin; die Gemahlin
    • Frau [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Weib [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gattin [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Gemahlin [die ~] zelfstandig naamwoord
  4. the consort (escort)
    Geleitschiff

Vertaal Matrix voor consort:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ehehälfte better half; consort husband; life companion; spouse; wife
Ehepartner consort; life companion; life partner; spouse
Frau consort; husband; wife Mrs.; husband; lady; life companion; madam; mistress; partner; spouse; wife; woman
Gattin consort; husband; wife husband; life companion; mistress; partner; spouse; wife
Geleitschiff consort; escort
Gemahlin consort; husband; wife husband; life companion; mistress; partner; spouse; wife
Lebensgefährte consort; life companion; life partner; spouse
Partner consort; life companion; life partner; spouse brother-in-arms; companion; comrade; husband; life companion; male; man; member of the firm; partner; spouse; supporter
Weib consort; husband; wife bitch; female; husband; life companion; male; man; mistress; partner; spouse; tart; wife; witch; woman
- choir
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- accord; affiliate; agree; associate; assort; concord; fit in; harmonise; harmonize; run
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- spouse

Synoniemen voor "consort":


Verwante definities voor "consort":

  1. a family of similar musical instrument playing together1
  2. the husband or wife of a reigning monarch1
  3. keep company1
  4. keep company with; hang out with1
  5. go together1

Verwante vertalingen van consort