Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. darkening:
  2. darken:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor darkening (Engels) in het Duits

darkening:

darkening bijvoeglijk naamwoord

  1. darkening
    dunkelnd; verdunkelnd

Vertaal Matrix voor darkening:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- blackening
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dunkelnd darkening
verdunkelnd darkening

Verwante woorden van "darkening":


Synoniemen voor "darkening":


Verwante definities voor "darkening":

  1. becoming dark or darker as from waning light or clouding over1
    • the darkening sky1
  2. changing to a darker color1

Wiktionary: darkening


Cross Translation:
FromToVia
darkening Schwärzung noircissement — Action de noircir.

darkening vorm van darken:

to darken werkwoord (darkens, darkened, darkening)

  1. to darken (become overcast; cloud over)
    beziehen; einmieten
    • beziehen werkwoord (beziehe, beziehst, bezieht, bezog, bezogt, bezogen)
    • einmieten werkwoord (miete ein, mietest ein, mietet ein, mietete ein, mietetet ein, eingemietet)
  2. to darken (obscure)
    verdunkeln; unterschlagen; veruntreuen
    • verdunkeln werkwoord (verdunkele, verdunkelst, verdunkelt, verdunkelte, verdunkeltet, verdunkelt)
    • unterschlagen werkwoord (unterschlage, unterschlägst, unterschlägt, unterschlug, unterschlugt, unterschlagen)
    • veruntreuen werkwoord (veruntreue, veruntreust, veruntreut, veruntreute, veruntreutet, veruntreut)

Conjugations for darken:

present
  1. darken
  2. darken
  3. darkens
  4. darken
  5. darken
  6. darken
simple past
  1. darkened
  2. darkened
  3. darkened
  4. darkened
  5. darkened
  6. darkened
present perfect
  1. have darkened
  2. have darkened
  3. has darkened
  4. have darkened
  5. have darkened
  6. have darkened
past continuous
  1. was darkening
  2. were darkening
  3. was darkening
  4. were darkening
  5. were darkening
  6. were darkening
future
  1. shall darken
  2. will darken
  3. will darken
  4. shall darken
  5. will darken
  6. will darken
continuous present
  1. am darkening
  2. are darkening
  3. is darkening
  4. are darkening
  5. are darkening
  6. are darkening
subjunctive
  1. be darkened
  2. be darkened
  3. be darkened
  4. be darkened
  5. be darkened
  6. be darkened
diverse
  1. darken!
  2. let's darken!
  3. darkened
  4. darkening
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor darken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beziehen become overcast; cloud over; darken clothe; connect; cover; cover up; furnish; relate; stretch; tighten; upholster
einmieten become overcast; cloud over; darken charter; put in pits
unterschlagen darken; obscure catch on the way; intercept; nick; pinch; receive; snitch; steal
verdunkeln darken; obscure
veruntreuen darken; obscure cadge; collar; disown; dispossess; expropriate; filch; go thieving; make off with; nick; pilfer; pinch; purloin; rob; snatch; snitch; steal; swipe; take; take away
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
unterschlagen catched; intercepted

Verwante woorden van "darken":


Synoniemen voor "darken":


Antoniemen van "darken":


Verwante definities voor "darken":

  1. make dark or darker1
    • darken a room1
  2. become dark or darker1
    • The sky darkened1
  3. tarnish or stain1
    • a scandal that darkened the family's good name1

Wiktionary: darken

darken
verb
  1. to become dark(er) in colour
  2. to become darker (less bright)

Cross Translation:
FromToVia
darken verdunkeln verduisteren — donkerder maken
darken trüben; verdunkeln foncergarnir d’un fond.
darken verdunkeln; verfinstern obscurcirrendre obscur.