Overzicht
Engels naar Duits: Meer gegevens...
-
farrow:
-
Wiktionary:
farrow → nicht trächtig
farrow → ferkeln
farrow → Wurf Ferkel -
Synoniemen voor "farrow":
farrowing; parturition; birth; giving birth; birthing
pig; litter
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor farrow (Engels) in het Duits
farrow: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- far: entlegen; abgelegen; weitentfernt
- row: rudern; Reihe; Stau; Kette; Schlange; Serie; Kolonne; Stauung; Stockung; Streit; Kampf; Krach; Stoß; Schlägerei; Diskussion; Konflikt; Kollision; Kämpfe; Streitigkeit; Zusammenstoß; Zank; Fehde; Gefecht; Anprall; Zwietracht; Spektakel; Twist; Uneinigkeit; Balgerei; Zeile; Linie; Leine; Auseinandersetzung; Differenz; Erörterung; Wortwechsel; Streitgespräch; Meinungsverschiedenheit; Folge; Sequenz; Zyklus; Lärm; Radau; Kahnfahrt; Datensatz
farrow:
Vertaal Matrix voor farrow:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| - | farrowing | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| - | pig |
Synoniemen voor "farrow":
Verwante definities voor "farrow":
Wiktionary: farrow
farrow
adjective
-
not pregnant; not calving in a given year; barren
- farrow → nicht trächtig
-
give birth to (a litter of piglets)
- farrow → ferkeln
-
litter of piglets
- farrow → Wurf Ferkel