Fury in het Duits vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

fury:
- Wut; Raserei; Furie; Koller; Tobsucht; Verrücktheit; Grimmigkeit; Zorn; Grimm; Erbitterung
Wiktionary:
- fury → Wut, Furie, Zorn, Wildheit
- fury → Wut, Grimm, fureur

Engels

Uitgebreide vertaling voor fury (Engels) in het Duits

the fury (rage; anger; wrath)
die Wut; die Raserei
- Wut [die ~] zelfstandig naamwoord
- Raserei [die ~] zelfstandig naamwoord
the fury (rage; frenzy)
die Wut; die Furie; der Koller; die Raserei; die Tobsucht; die Verrücktheit; die Grimmigkeit
- Wut [die ~] zelfstandig naamwoord
- Furie [die ~] zelfstandig naamwoord
- Koller [der ~] zelfstandig naamwoord
- Raserei [die ~] zelfstandig naamwoord
- Tobsucht [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verrücktheit [die ~] zelfstandig naamwoord
- Grimmigkeit [die ~] zelfstandig naamwoord
the fury (wrath; anger; rage)
die Wut; der Zorn; der Grimm; die Erbitterung
- Wut [die ~] zelfstandig naamwoord
- Zorn [der ~] zelfstandig naamwoord
- Grimm [der ~] zelfstandig naamwoord
- Erbitterung [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Erbitterung	anger; fury; rage; wrath
Furie	frenzy; fury; rage
Grimm	anger; fury; rage; wrath	malice; nastiness; spite
Grimmigkeit	frenzy; fury; rage	fervor; fervour; fierceness; grimness; intensity; vehemence; violence
Koller	frenzy; fury; rage	gibberish; nonsense; rubbish
Raserei	anger; frenzy; fury; rage; wrath
Tobsucht	frenzy; fury; rage	folly; foolishness; idiocy; lunacy
Verrücktheit	frenzy; fury; rage	banter; derangement of mind; folly; foolishness; fun; high jinks; hilarity; idiocy; infatuation; insanity; joking; joy; joyfulness; lunacy; madness; mental derangement; mental disorder; mental disturbance; mental illness; merriment; mirth; nonsense; pleasure; silliness; stupidity
Wut	anger; frenzy; fury; rage; wrath	anger; folly; foolishness; idiocy; lunacy; malice; nastiness; spite; wrath
Zorn	anger; fury; rage; wrath	anger; malice; nastiness; spite; wrath
-	craze; delirium; ferocity; fierceness; frenzy; furiousness; hysteria; madness; rage; vehemence; violence; wildness

rage; madness; anger; choler; ire
craze; delirium; frenzy; hysteria; mania; manic disorder
ferocity; fierceness; furiousness; vehemence; violence; wildness; intensity; intensiveness
Fury; Eumenides; Erinyes; mythical monster; mythical creature

fury

noun

fury

noun

starkes und heftiges Gefühl, das negativ gegen etwas oder jemanden gerichtet ist
- Zorn → wrath; rage; anger; fury
starke Gemütserregung, ein Gefühl großen Ärgers, oft in Verbindung mit aggressivem Verhalten
- Wut → rage; wrath; fury; anger
ein Verhalten, das andere Lebewesen (Menschen) tötet oder verletzt
- Wildheit → truculency; tigerishness; savagery; rudeness; fierceness; fury; ferocity

Cross Translation:

From	To	Via
• fury	→ Wut	↔ woede — een gevoel van erge kwaadheid
• fury	→ Wut; Grimm	↔ fureur — égarement d’esprit qui tenir de la rage et de la frénésie.
• fury	→ fureur; Wut	↔ furie — mythol\|fr divinité infernale dont la fonction était de tourmenter les méchants, les criminels, soit dans les enfers, soit sur la terre.