Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. grubbing:
  2. grub:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor grubbing (Engels) in het Duits

grubbing:

grubbing [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the grubbing (burrowing; rooting; drudgery)
    Getreibe; Gewühl
    • Getreibe [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Gewühl [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor grubbing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Getreibe burrowing; drudgery; grubbing; rooting bedlam; bustle; clamor; clamour; commotion; crowd; din; flow; fuss; group; hubbub; hullabaloo; hustle; hustle and bustle; influx; noise; pandemonium; racket; rush; squash; stampede; tumult; tumultuousness; uproar
Gewühl burrowing; drudgery; grubbing; rooting ballyhoo; bedlam; bustle; clamor; clamour; commotion; crowd; din; fuss; gathering; group; hubbub; hullabaloo; hustle; hustle and bustle; noise; pandemonium; racket; rooting; tumult; tumultuousness; uproar

grubbing vorm van grub:

grub [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the grub (maggot)
    die Made
    • Made [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. the grub (larva)
    die Larve
    • Larve [die ~] zelfstandig naamwoord
  3. the grub (feeding; chow)
    Fressen; Auffressen
  4. the grub (slob; frump; dowdy)
    der Schluderer; die Schlampe; der Lump; der Schluderjan; der Schlamper; der Schuft

Vertaal Matrix voor grub:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Auffressen chow; feeding; grub
Fressen chow; feeding; grub food; gobbling; gulping; scoffing
Larve grub; larva
Lump dowdy; frump; grub; slob asshole; bastard; boor; churl; clodhopper; clumsy fellow; cur; dickhead; dolt; duffer; hulk; ill-mannered brute; jerk; louse; lout; nasty piece of work; pain in the neck; piece of shit; prick; prole; rascal; rogue; rotter; scoundrel; screw; shit; shithead; skunk; slob; sly dog; stinker; swine; villain; wretch; wretched fellow; yokel
Made grub; maggot
Schlampe dowdy; frump; grub; slob bitch; cow; hussy; moo; old cow; prostitute; sloven; slut; strumpet; trollop; whore
Schlamper dowdy; frump; grub; slob
Schluderer dowdy; frump; grub; slob
Schluderjan dowdy; frump; grub; slob
Schuft dowdy; frump; grub; slob asshole; bastard; boor; cad; churl; clumsy fellow; dickhead; dolt; duffer; hulk; ill-mannered brute; jerk; louse; lout; nasty character; nasty piece of work; naughty boy; pain in the neck; piece of shit; prick; prole; rascal; rogue; rotter; scoundrel; shit; shithead; slob; swine; villain; wretch; wretched fellow
- chow; chuck; eats
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- bum; cadge; mooch; sponge
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- feed; root

Verwante woorden van "grub":

  • grubs

Synoniemen voor "grub":


Verwante definities voor "grub":

  1. a soft thick wormlike larva of certain beetles and other insects1
  2. informal terms for a meal1
  3. search about busily1
  4. ask for and get free; be a parasite1

Wiktionary: grub

grub
noun
  1. immature insect
grub
Cross Translation:
FromToVia
grub Larve larve — het jeugdstadium van de meeste insecten en veel amfibieën
grub graben; wühlen creuser — Faire un trou, un orifice.
grub Larve larve — Biologie