Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. nexus:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor nexus (Engels) in het Duits

nexus:

nexus [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the nexus (nucleus; pivot; central point; )
    der Schwerpunkt; Zentrum; der Mittelpunkt

Vertaal Matrix voor nexus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Mittelpunkt center; central point; centre; hub; nexus; nucleus; pivot center; center point; centre; crossing; inner; intersection; junction; middle; midpoint; nucleus; pivot
Schwerpunkt center; central point; centre; hub; nexus; nucleus; pivot accent; center; center of gravity; central point; centre; centre of gravity; emphasis; hub; point of interest; prime
Zentrum center; central point; centre; hub; nexus; nucleus; pivot center; centre; city center; city centre; crux; essence; inner; main centre; middle; nucleus; pivot; town centre
- link

Verwante woorden van "nexus":

  • nexuses

Synoniemen voor "nexus":


Verwante definities voor "nexus":

  1. a connected series or group1
  2. the means of connection between things linked in series1

Wiktionary: nexus

nexus
noun
  1. centre of something
  2. connection
  3. connected group
nexus