Qualified in het Duits vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

qualified:
- fähig; befähig; kapabel; kompetent; qualifiziert; geschult; erfahren; routiniert
qualify:
- qualifizieren; studieren; unterrichten; sich unterscheiden für
Wiktionary:
- qualified → qualifiziert, tauglich
- qualify → qualifizieren, sich qualifizieren, relativieren
- qualify → qualifizieren

Engels

Uitgebreide vertaling voor qualified (Engels) in het Duits

qualified:

qualified bijvoeglijk naamwoord

qualified (capable; competent; proficient; considerate; efficient; able; skilled; fit; good)
fähig; befähig; kapabel; kompetent
- fähig bijvoeglijk naamwoord
- befähig bijvoeglijk naamwoord
- kapabel bijvoeglijk naamwoord
- kompetent bijvoeglijk naamwoord
qualified (certified; skilled; competent)
qualifiziert; geschult; erfahren; routiniert
- qualifiziert bijvoeglijk naamwoord
- geschult bijvoeglijk naamwoord
- erfahren bijvoeglijk naamwoord
- routiniert bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor qualified:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
erfahren		anticipate; bear; discover; encounter; endure; experience; feel; find out; sense; stand; sustain
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	certified; dependant; dependent; restricted
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
befähig	able; capable; competent; considerate; efficient; fit; good; proficient; qualified; skilled
erfahren	certified; competent; qualified; skilled	able; adroit; capable; experienced; proficient; seasoned; skilful; skilled; skillful; trained
fähig	able; capable; competent; considerate; efficient; fit; good; proficient; qualified; skilled	able; capable; clever; ingenious; keen; physically capable; proficient; skilful; skillful
geschult	certified; competent; qualified; skilled	able; academic; adroit; capable; clever; educated; erudite; experienced; ingenious; intelligent; keen; learned; lettered; practiced; practised; proficient; sage; scholarly; schooled; seasoned; skilful; skilled; skillful; smart; trained; university-educated; very learned; well-educated; well-read; wise
kapabel	able; capable; competent; considerate; efficient; fit; good; proficient; qualified; skilled
kompetent	able; capable; competent; considerate; efficient; fit; good; proficient; qualified; skilled	able; capable; competent; efficient; good
qualifiziert	certified; competent; qualified; skilled	experienced; seasoned
routiniert	certified; competent; qualified; skilled	dyed-in-the-wool; experienced; seasoned

Verwante definities voor "qualified":

contingent on something else¹
restricted in meaning; (as e.g. `man' in `a tall man')¹
meeting the proper standards and requirements and training for an office or position or task¹
- many qualified applicants for the job¹
limited or restricted; not absolute¹
- gave only qualified approval¹
holding appropriate documentation and officially on record as qualified to perform a specified function or practice a specified skill¹

Wiktionary: qualified

qualified

adjective

meeting requirements
- qualified → qualifiziert

qualified

adjective

von Personen oder Sachen: für etwas geeignet
- tauglich → suitable; qualified

qualify:

to qualify werkwoord (qualifies, qualified, qualifying)

to qualify
qualifizieren
- qualifizieren werkwoord (qualifiziere, qualifizierst, qualifiziert, qualifizierte, qualifiziertet, qualifiziert)
to qualify (learn; study)
studieren; unterrichten
- studieren werkwoord (studiere, studierst, studiert, studierte, studiertet, studiert)
- unterrichten werkwoord (unterrichte, unterrichtest, unterrichtet, unterrichtete, unterrichtetet, unterrichtet)
to qualify (qualify for)
qualifizieren; sich unterscheiden für
- qualifizieren werkwoord (qualifiziere, qualifizierst, qualifiziert, qualifizierte, qualifiziertet, qualifiziert)
- sich unterscheiden für werkwoord

Conjugations for qualify:

present

qualify
qualify
qualifies
qualify
qualify
qualify

simple past

qualified
qualified
qualified
qualified
qualified
qualified

present perfect

have qualified
have qualified
has qualified
have qualified
have qualified
have qualified

past continuous

was qualifying
were qualifying
was qualifying
were qualifying
were qualifying
were qualifying

future

shall qualify
will qualify
will qualify
shall qualify
will qualify
will qualify

continuous present

am qualifying
are qualifying
is qualifying
are qualifying
are qualifying
are qualifying

subjunctive

be qualified
be qualified
be qualified
be qualified
be qualified
be qualified

diverse

qualify!
let's qualify!
qualified
qualifying

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor qualify:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
qualifizieren	qualify; qualify for	make fit for; make for
sich unterscheiden für	qualify; qualify for
studieren	learn; qualify; study	absorb; acquire; collect; cram up a lesson; exercise; gain; get the hang of; learn; pick up; practice; practise; receive; rehearse; study; train
unterrichten	learn; qualify; study	brief; explain; inform; instruct; learn; prepare; studying; teach; train
-	characterise; characterize; condition; dispose; measure up; modify; restrict; specify; stipulate

Verwante woorden van "qualify":

disqualify, qualifying, qualified, qualification

Synoniemen voor "qualify":

measure up; suffice; do; answer; serve
pronounce; label; judge
restrict; modify
dispose; prepare; groom; train
stipulate; condition; specify; contract; undertake
characterize; characterise; remember; think of
modify; add

Antoniemen van "qualify":

disqualify

Verwante definities voor "qualify":

add a modifier to a constituent¹
make more specific¹
- qualify these remarks¹
make fit or prepared¹
- Your education qualifies you for this job¹
describe or portray the character or the qualities or peculiarities of¹
pronounce fit or able¹
- She was qualified to run the marathon¹
- They nurses were qualified to administer the injections¹
specify as a condition or requirement in a contract or agreement; make an express demand or provision in an agreement¹
prove capable or fit; meet requirements¹

Wiktionary: qualify

qualify

verb

to make someone, or to become competent or eligible for some position or task
- qualify → qualifizieren; sich qualifizieren
to certify or license someone for something
- qualify → qualifizieren
to compete successfully in some stage of a competition and become eligible for the next stage
- qualify → sich qualifizieren

qualify

verb

transitiv: die Bedeutung von etwas abschwächen, indem man es zu einer anderen Sache in Beziehung setzt
- relativieren → relativize; relativise; qualify
(reflexiv): die Bedingungen erfüllen, um etwas machen zu können
- qualifizieren → qualify

Cross Translation:

From	To	Via
• qualify	→ qualifizieren	↔ kwalificeren — voldoen aan de voorwaarden om ergens aan mee te kunnen doen

Verwante vertalingen van qualified

Remove Ads

Vertaal qualified van Engels naar Duits

Uitgebreide vertaling voor qualified (Engels) in het Duits

qualified:

qualified bijvoeglijk naamwoord

qualified (capable; competent; proficient; considerate; efficient; able; skilled; fit; good)

qualified (certified; skilled; competent)

Vertaal Matrix voor qualified:

Verwante woorden van "qualified":

Synoniemen voor "qualified":

Antoniemen van "qualified":

Verwante definities voor "qualified":

Wiktionary: qualified

qualify:

to qualify werkwoord (qualifies, qualified, qualifying)

to qualify

to qualify (learn; study)

to qualify (qualify for)

Conjugations for qualify:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor qualify:

Verwante woorden van "qualify":

Synoniemen voor "qualify":

Antoniemen van "qualify":

Verwante definities voor "qualify":

Wiktionary: qualify

Verwante vertalingen van qualified