Shaky in het Duits vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

shaky:
- stümperhaft; zittrig; fiebrig; zitterig
Wiktionary:
- shaky → klapprig, tatterig
- shaky → wackelig, unsicher, unstet

Engels

Uitgebreide vertaling voor shaky (Engels) in het Duits

shaky (clumsy; wretched; inept; poor; bungling)
stümperhaft
- stümperhaft bijvoeglijk naamwoord
shaky (shivery; jittery; shaking; quavery)
zittrig; fiebrig
- zittrig bijvoeglijk naamwoord
- fiebrig bijvoeglijk naamwoord
shaky (trembling)
zitterig
- zitterig bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	precarious; rickety; shivering; trembling; wobbly; wonky
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
stümperhaft		clumsy; loutish
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	jittery; jolting
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fiebrig	jittery; quavery; shaking; shaky; shivery
stümperhaft	bungling; clumsy; inept; poor; shaky; wretched	abstemious; awkward; clumsy; doltish; fumbling; gawky; not very good; owlish; poor; stiff; uneasy; unhandy; wooden
zitterig	shaky; trembling
zittrig	jittery; quavery; shaking; shaky; shivery

not secure; beset with difficulties¹
- a shaky marriage¹
inclined to shake as from weakness or defect¹
- a wobbly chair with shaky legs¹
vibrating slightly and irregularly; as e.g. with fear or cold or like the leaves of an aspen in a breeze¹
- seemed shaky on her feet¹

shaky

adjective

von Lebewesen: sehr mager, ausgezehrt, knochig
- klapprig → shaky; tottery
von Lebewesen: alt, altersschwach, gebrechlich
- klapprig → shaky; tottery
von Dingen: den Zusammenhalt verlierend, angeknackst, Technik: mit schlechter Passung, mit mangelhaftem Sitz
- klapprig → shaky; ramshackle; rickety
von Dingen: alt, altersschwach, abgenutzt, bald kaputt
- klapprig → ramshackle; shaky; rickety
zittrig
- tatterig → doddery; doddering; shaky; quivery

Cross Translation:

From	To	Via
• shaky	→ wackelig	↔ wankel — wat niet stevig staat
• shaky	→ unsicher	↔ incertain — qui est variable, mal assuré
• shaky	→ unstet	↔ instable — Qui manquer de stabilité.