Engels
Uitgebreide vertaling voor spill out (Engels) in het Duits
spill out: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- spill: verschmutzen; schmieren; kleckern; manschen; beschmutzen; panschen; beschmieren; verunreinigen; beklecksen; beflecken; schweinigeln; Leck; Leckage; undichte Stelle; verschwenden; verderben; vergeuden; vertun; vermasseln; verhunzen; verkrümeln; vergießen; verpfuschen; vermurksen
- out: aus; klar; fertig; bereit; geschafft; erledigt; beendet; einsatzbereit; vollendet; parat; ab jetzt; von hier; aushäusig; hinaus; weg; raus; daraus; unterwegs
spill out:
Vertaal Matrix voor spill out:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | pour out; spill over |