Vessel in het Duits vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Duits: Meer gegevens...

vessel:
- Faß; Tonne; Eimer; Kübel; Bottich; Trog; Wanne; Schüssel; Fahrzeug; Wasserfahrzeug
Wiktionary:
- vessel → Schiff, Boot, Gefäß, Behälter, Behältnis, Wasserfahrzeug, Fahrzeug
- vessel → Gefäß, Wasserfahrzeug, Fahrzeug, Schiff, Boot, Kahn, Lager, Lagerplatz, Baustelle, Werft, Pott, Topf, Behälter, Vase, Hafen, Kanne, Krug

Engels

Uitgebreide vertaling voor vessel (Engels) in het Duits

the vessel (barrel; bucket; vat; tub; cask; drum; pan; pail; butt; hold)
Faß; die Tonne; der Eimer; der Kübel; der Bottich; der Trog; die Wanne; die Schüssel
- Faß [das ~] zelfstandig naamwoord
- Tonne [die ~] zelfstandig naamwoord
- Eimer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kübel [der ~] zelfstandig naamwoord
- Bottich [der ~] zelfstandig naamwoord
- Trog [der ~] zelfstandig naamwoord
- Wanne [die ~] zelfstandig naamwoord
- Schüssel [die ~] zelfstandig naamwoord
the vessel (ship; boat; craft)

– a craft designed for water transportation ¹
Fahrzeug
- Fahrzeug [das ~] zelfstandig naamwoord
the vessel
Wasserfahrzeug
- Wasserfahrzeug

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Bottich	barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel
Eimer	barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel	buckets
Fahrzeug	boat; craft; ship; vessel	auto; automobile; car; vehicle
Faß	barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel
Kübel	barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel
Schüssel	barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel	baking dish; barrow; casserole; dish; feed box; food bowl; garden cart; lawn cart; platter; trough; wheelbarrow
Tonne	barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel
Trog	barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel
Wanne	barrel; bucket; butt; cask; drum; hold; pail; pan; tub; vat; vessel	barrel; bath tub; bowl; tub
-	vas; watercraft
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Wasserfahrzeug	vessel

vessel

noun

vessel

noun

allgemeine Bezeichnung für ein Boot, Schiff oder Ähnliches
- Wasserfahrzeug → watercraft; water craft; vessel
Anatomie: schlauchförmiger Leitungsabschnitt für Körperflüssigkeiten wie Blut oder Lymphflüssigkeiten
- Gefäß → vessel
allgemein: ein Behälter, in dem Stoffe verschiedener Beschaffenheit aufbewahrt und transportiert werden können
- Gefäß → vessel; receptacle; container
zum Fahren im Wasser geeignetes Objekt
- Fahrzeug → vessel

Cross Translation:

From	To	Via
• vessel	→ Gefäß	↔ vat — ader
• vessel	→ Wasserfahrzeug; Fahrzeug	↔ vaartuig — een vervoermiddel voor vervoer over wateroppervlakten
• vessel	→ Schiff; Boot; Kahn	↔ bateau — Ouvrage flottant destiné à la navigation
• vessel	→ Lager; Lagerplatz; Baustelle; Werft	↔ chantier — lieu où l’on ranger, où l’on entasse des piles de gros bois à brûler, de bois de charpente, ou de charronnage.
• vessel	→ Pott; Topf; Behälter; Gefäß; Vase; Hafen; Kanne; Krug	↔ pot — vase de terre ou de métal servant à divers usages.
• vessel	→ Gefäß; Vase	↔ vaisseau — (vieilli) vase, ustensile, de toute matière, destiner à contenir des liquides.