Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. wolf:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor wolf (Engels) in het Duits

wolf:

wolf [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the wolf
    der Wolf
    • Wolf [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor wolf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Wolf wolf
- beast; brute; masher; savage; skirt chaser; wildcat; woman chaser
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- wolf down

Verwante woorden van "wolf":


Synoniemen voor "wolf":


Verwante definities voor "wolf":

  1. any of various predatory carnivorous canine mammals of North America and Eurasia that usually hunt in packs1
  2. a cruelly rapacious person1
  3. a man who is aggressive in making amorous advances to women1
  4. eat hastily1
    • The teenager wolfed down the pizza1

Wiktionary: wolf

wolf
noun
  1. animal
verb
  1. to devour
wolf
noun
  1. weiblicher Wolf
  2. Astronomie: Sternbild des Südhimmels mit der lat. Bezeichnung Lupus
  3. Säugetier: wildlebendes, dem Schäferhund ähnliches Raubtier
  4. Südländer (insbesondere Italiener), der ständig Frauen umwirbt und auf sexuelle Abenteuer aus ist

Cross Translation:
FromToVia
wolf Wolf loup — Mammifère canidé

Verwante vertalingen van wolf