Overzicht
Engels naar Duits:   Meer gegevens...
  1. ranger:
  2. Wiktionary:
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. Ranger:


Engels

Uitgebreide vertaling voor ranger (Engels) in het Duits

ranger:

ranger [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the ranger (forester)
    der Holzhacker; der Holzfäller

Vertaal Matrix voor ranger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Holzfäller forester; ranger lumberjack; woodworker; worker in wood
Holzhacker forester; ranger lumberjack; woodworker; worker in wood
- commando; fire warden; forest fire fighter

Synoniemen voor "ranger":


Verwante definities voor "ranger":

  1. a member of a military unit trained as shock troops for hit-and-run raids1
  2. an official who is responsible for managing and protecting an area of forest1

Wiktionary: ranger


Cross Translation:
FromToVia
ranger Feldschütz garde-champêtre — agent de surveillance de la campagne
ranger Wächter; Gardist; Hüter gardienpersonne qui garder, qui surveiller, qui défendre.

Ranger:


Vertaal Matrix voor Ranger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- Texas Ranger

Verwante definities voor "Ranger":

  1. a member of the Texas state highway patrol; formerly a mounted lawman who maintained order on the frontier1



Duits

Uitgebreide vertaling voor ranger (Duits) in het Engels

Ranger:

Ranger [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Ranger (lästige Person; Unruhestifter; lästiges Kind; lästiger Mensch)
    the nuisance; the pain in the neck; the bore; the troublemaker; the pest; the handful

Vertaal Matrix voor Ranger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bore Ranger; Unruhestifter; lästige Person; lästiger Mensch; lästiges Kind Ekel; Griesgram; Kaliber; Meckerer; Meckerfritze; Nölpeter; Nölsuse; Nörgler; Quengler
handful Ranger; Unruhestifter; lästige Person; lästiger Mensch; lästiges Kind
nuisance Ranger; Unruhestifter; lästige Person; lästiger Mensch; lästiges Kind Behinderung; Belästigung; Beschwerde; Beschwerlichkeit; Ergernis; Ergernisse; Irritation; Lästigkeit; Mißhandlung; Quälerei; Quälgeist; Schadensfaktor; Schwierigkeit; Störung; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Ungemach; Ärger; Ärgerlichkeit; Ärgernis; Übel; Überbelästigung
pain in the neck Ranger; Unruhestifter; lästige Person; lästiger Mensch; lästiges Kind Aas; Arschloch; Dreckskerl; Ekel; Giftnudel; Griesgram; Luder; Lump; Meckerer; Meckerfritze; Nölpeter; Nölsuse; Nörgler; Quengler; Rabauke; Schlange; Schuft; Widerling; elende Kerl
pest Ranger; Unruhestifter; lästige Person; lästiger Mensch; lästiges Kind
troublemaker Ranger; Unruhestifter; lästige Person; lästiger Mensch; lästiges Kind Kampfhahn; Rabatzmacher; Rabauke; Sprücheklopfer; Streithahn; Stänker; Störenfried; Unruhestifter; Wichtigtuer; streitsüchtigePerson
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bore anbohren; bohren; langweilen