Overzicht


Engels

Uitgebreide synoniemen voor arctic in het Engels

arctic:

arctic bijvoeglijk naamwoord

  1. arctic
    – extremely cold 1
    polar; frigid; icy; glacial; arctic; gelid
    – extremely cold 1
    • polar bijvoeglijk naamwoord
      • polar weather1
    • frigid bijvoeglijk naamwoord
      • a frigid day1
    • icy bijvoeglijk naamwoord
      • icy hands1
    • glacial bijvoeglijk naamwoord
      • glacial winds1
    • arctic bijvoeglijk naamwoord
      • an arctic climate1
    • gelid bijvoeglijk naamwoord
      • gelid waters of the North Atlantic1

arctic [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the arctic
    – a waterproof overshoe that protects shoes from water or snow 1
    the rubber; the galosh; the golosh; the gumshoe; the arctic
    – a waterproof overshoe that protects shoes from water or snow 1
    • rubber [the ~] zelfstandig naamwoord
    • galosh [the ~] zelfstandig naamwoord
    • golosh [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gumshoe [the ~] zelfstandig naamwoord
    • arctic [the ~] zelfstandig naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "arctic":


Verwante definities voor "arctic":

  1. extremely cold1
    • an arctic climate1
  2. a waterproof overshoe that protects shoes from water or snow1

Verwante synoniemen voor arctic