Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. autumn:


Engels

Uitgebreide synoniemen voor autumn in het Engels

autumn:

autumn [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the autumn
    the autumn; the fall
    • autumn [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fall [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the autumn
    – the season when the leaves fall from the trees 1
    the fall; the autumn
    – the season when the leaves fall from the trees 1
    • fall [the ~] zelfstandig naamwoord
      • in the fall of 19731
    • autumn [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "autumn":

  • autumns

Alternatieve synoniemen voor "autumn":


Verwante definities voor "autumn":

  1. the season when the leaves fall from the trees1

Verwante synoniemen voor autumn