Home ->Woordenboeken ->Engels/Engels ->Vertaal bitch

Synoniemen voor "bitch" in het Engels

Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. bitch:

Engels

Uitgebreide synoniemen voor bitch in het Engels

bitch:

bitch [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the bitch
    the bitch
    • bitch [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the bitch
    the slut; the trollop; the sloven; the bitch
    • slut [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trollop [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sloven [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bitch [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the bitch
    the treacherous girl; the bitch; the viper; the serpent; the snake
    • treacherous girl [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bitch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • viper [the ~] zelfstandig naamwoord
    • serpent [the ~] zelfstandig naamwoord
    • snake [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the bitch
    the witch; the bitch; the tart
    • witch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bitch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tart [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the bitch
    the bad-tempered bastard; the mean-tempered bastard; the bitch
  6. the bitch
    – female of any member of the dog family 1
    the bitch
    – female of any member of the dog family 1
    • bitch [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. the bitch
    – informal terms for objecting 1
    the bitch; the beef; the kick; the gripe; the squawk
    – informal terms for objecting 1
    • bitch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • beef [the ~] zelfstandig naamwoord
    • kick [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gripe [the ~] zelfstandig naamwoord
      • I have a gripe about the service here1
    • squawk [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. the bitch
    – a person (usually but not necessarily a woman) who is thoroughly disliked 1
    the bitch; the cunt
    – a person (usually but not necessarily a woman) who is thoroughly disliked 1
    • bitch [the ~] zelfstandig naamwoord
      • she said her son thought Hillary was a bitch1
    • cunt [the ~] zelfstandig naamwoord !
  9. the bitch
    – an unpleasant difficulty 1
    the bitch
    – an unpleasant difficulty 1
    • bitch [the ~] zelfstandig naamwoord
      • this problem is a real bitch1

bitch

  1. bitch
    bitch; vixen
  2. bitch
    bitch; cow

bitch werkwoord

  1. bitch
    – say mean things 1
    bitch; backbite
    – say mean things 1
  2. bitch
    – complain 1
    bitch; beef; to grouse; to gripe; to squawk; bellyache; crab; holler
    – complain 1
    • bitch werkwoord
    • beef werkwoord
    • grouse werkwoord (grouses, groused, grousing)
    • gripe werkwoord (gripes, griped, griping)
    • squawk werkwoord (squawks, squawked, squawking)
    • bellyache werkwoord
    • crab werkwoord
    • holler werkwoord
      • What was he hollering about?1

Verwante woorden van "bitch":

  • bitches

Verwante definities voor "bitch":

  1. female of any member of the dog family1
  2. informal terms for objecting1
  3. a person (usually but not necessarily a woman) who is thoroughly disliked1
    • she said her son thought Hillary was a bitch1
  4. an unpleasant difficulty1
    • this problem is a real bitch1
  5. say mean things1
  6. complain1

Verwante synoniemen voor bitch




Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0282 seconde
Page rendered in 1.0 seconds