Overzicht


Engels

Uitgebreide synoniemen voor bogus in het Engels

bogus:

bogus bijvoeglijk naamwoord

  1. bogus
    false; fictitious; faked; feigned; sham; stingy; not genuine; bogus; mean
  2. bogus
    – fraudulent; having a misleading appearance 1
    fake; bastard; phoney; bogus; phony
    – fraudulent; having a misleading appearance 1
    • fake bijvoeglijk naamwoord
    • bastard bijvoeglijk naamwoord
    • phoney bijvoeglijk naamwoord
    • bogus bijvoeglijk naamwoord
    • phony bijvoeglijk naamwoord

Alternatieve synoniemen voor "bogus":


Verwante definities voor "bogus":

  1. fraudulent; having a misleading appearance1

Verwante synoniemen voor bogus