Engels

Uitgebreide synoniemen voor burglar in het Engels

burglar:

burglar [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the burglar
    the burglar; the thief; the intruder; the housebreaker; the infiltrator; the sneak-thief; the cracksman; the cat burglar; the interloper
  2. the burglar
    – a thief who enters a building with intent to steal 1
    the burglar
    – a thief who enters a building with intent to steal 1
    • burglar [the ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "burglar":

  • burglars

Alternatieve synoniemen voor "burglar":


Verwante definities voor "burglar":

  1. a thief who enters a building with intent to steal1

Verwante synoniemen voor burglar