Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. burglary:


Engels

Uitgebreide synoniemen voor burglary in het Engels

burglary:

burglary [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the burglary
    the burglary; the break-in
  2. the burglary
    the squatting; the robbery; the burglary; the theft; the break-in
    • squatting [the ~] zelfstandig naamwoord
    • robbery [the ~] zelfstandig naamwoord
    • burglary [the ~] zelfstandig naamwoord
    • theft [the ~] zelfstandig naamwoord
    • break-in [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the burglary
    – entering a building unlawfully with intent to commit a felony or to steal valuable property 1
    the burglary
    – entering a building unlawfully with intent to commit a felony or to steal valuable property 1
    • burglary [the ~] zelfstandig naamwoord

burglary

  1. burglary

Verwante woorden van "burglary":

  • burglaries

Alternatieve synoniemen voor "burglary":


Verwante definities voor "burglary":

  1. entering a building unlawfully with intent to commit a felony or to steal valuable property1

Verwante synoniemen voor burglary