Engels

Uitgebreide synoniemen voor cock in het Engels

cock:

cock [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cock
    the cock; the tap
    • cock [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tap [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the cock
    the rooster; the cock; the cockerel
    • rooster [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cock [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cockerel [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the cock
    the willie; the penis; the dick; the cock; the rod; the prick; the sod
    • willie [the ~] zelfstandig naamwoord
    • penis [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dick [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cock [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rod [the ~] zelfstandig naamwoord
    • prick [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sod [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the cock
    the trigger; the cock
    • trigger [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cock [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the cock
    – adult male bird 1
    the cock
    – adult male bird 1
    • cock [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. the cock
    – adult male chicken 1
    the cock; the rooster
    – adult male chicken 1
    • cock [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rooster [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. the cock
    – the part of a gunlock that strikes the percussion cap when the trigger is pulled 1
    the cock; the hammer
    – the part of a gunlock that strikes the percussion cap when the trigger is pulled 1
    • cock [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hammer [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. the cock
    – faucet consisting of a rotating device for regulating flow of a liquid 1
    the cock; the stopcock; the turncock
    – faucet consisting of a rotating device for regulating flow of a liquid 1
    • cock [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stopcock [the ~] zelfstandig naamwoord
    • turncock [the ~] zelfstandig naamwoord
  9. the cock
    – obscene terms for penis 1
    the cock; the dick; the prick; the pecker; the tool; the shaft; the putz; the peter
    – obscene terms for penis 1
    • cock [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dick [the ~] zelfstandig naamwoord
    • prick [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pecker [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tool [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shaft [the ~] zelfstandig naamwoord
    • putz [the ~] zelfstandig naamwoord
    • peter [the ~] zelfstandig naamwoord

cock

  1. cock
  2. cock
  3. cock
  4. cock

cock werkwoord

  1. cock
    – set the trigger of a firearm back for firing 1
    cock
    – set the trigger of a firearm back for firing 1
  2. cock
    – tilt or slant to one side 1
    cock
    – tilt or slant to one side 1
    • cock werkwoord
      • cock one's head1
  3. cock
    – to walk with a lofty proud gait, often in an attempt to impress others 1
    cock; to ruffle; to prance; swagger; to strut; sashay; tittup
    – to walk with a lofty proud gait, often in an attempt to impress others 1
    • cock werkwoord
    • ruffle werkwoord (ruffles, ruffled, ruffling)
    • prance werkwoord (prances, pranced, prancing)
    • swagger werkwoord
    • strut werkwoord (struts, strutted, strutting)
      • He struts around like a rooster in a hen house1
    • sashay werkwoord
    • tittup werkwoord

Verwante woorden van "cock":


Alternatieve synoniemen voor "cock":


Verwante definities voor "cock":

  1. adult male bird1
  2. adult male chicken1
  3. the part of a gunlock that strikes the percussion cap when the trigger is pulled1
  4. faucet consisting of a rotating device for regulating flow of a liquid1
  5. obscene terms for penis1
  6. set the trigger of a firearm back for firing1
  7. tilt or slant to one side1
    • cock one's head1
  8. to walk with a lofty proud gait, often in an attempt to impress others1

Verwante synoniemen voor cock