Engels

Uitgebreide synoniemen voor courage in het Engels

courage:

courage [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the courage
    the fortitude; the courage; the fibre; the fiber
    • fortitude [the ~] zelfstandig naamwoord
    • courage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fibre [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • fiber [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  2. the courage
    the courage; the valour; the bravery; the gallantry; the vigour; the daring; the sturdiness; the valor; the vigor
    • courage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • valour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • bravery [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gallantry [the ~] zelfstandig naamwoord
    • vigour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • daring [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sturdiness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • valor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • vigor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  3. the courage
    the vigour; the courage; the vigor
    • vigour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • courage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • vigor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  4. the courage
    the strength; the sturdiness; the robustness; the vigour; the courage; the vigor
    • strength [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sturdiness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • robustness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • vigour [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • courage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • vigor [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  5. the courage
    – a quality of spirit that enables you to face danger or pain without showing fear 1
    the courage; the bravery; the braveness; the courageousness
    – a quality of spirit that enables you to face danger or pain without showing fear 1

Alternatieve synoniemen voor "courage":


Antoniemen van "courage":


Verwante definities voor "courage":

  1. a quality of spirit that enables you to face danger or pain without showing fear1

Verwante synoniemen voor courage