Engels

Uitgebreide synoniemen voor cowardly in het Engels

cowardly:

cowardly bijvoeglijk naamwoord

  1. cowardly
    cowardly; bland; craven; saltless; abject; faint; dim; cringing

cowardly

  1. cowardly

cowardly bijvoeglijk naamwoord

  1. cowardly
    – lacking courage; ignobly timid and faint-hearted 1
    cowardly; fearful
    – lacking courage; ignobly timid and faint-hearted 1
    • cowardly bijvoeglijk naamwoord
      • cowardly dogs, ye will not aid me then1
    • fearful bijvoeglijk naamwoord

Verwante woorden van "cowardly":


Alternatieve synoniemen voor "cowardly":


Antoniemen van "cowardly":


Verwante definities voor "cowardly":

  1. lacking courage; ignobly timid and faint-hearted1
    • cowardly dogs, ye will not aid me then1

cowardly vorm van coward:

coward [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the coward
    the coward; the rookie; the chicken; the freshman; the greenhorn; the poltroon; the novice; the dogs and cats; the hare's foot
  2. the coward
    – a person who shows fear or timidity 1
    the coward
    – a person who shows fear or timidity 1
    • coward [the ~] zelfstandig naamwoord

coward

  1. coward
  2. coward
    funk
    – draw back, as with fear or pain 1
  3. coward

Verwante woorden van "coward":


Alternatieve synoniemen voor "coward":


Verwante definities voor "coward":

  1. a person who shows fear or timidity1