Engels

Uitgebreide synoniemen voor cursory in het Engels

cursory:

cursory bijvoeglijk naamwoord

  1. cursory
    cursory; brief; fast
    • cursory bijvoeglijk naamwoord
    • brief bijvoeglijk naamwoord
    • fast bijvoeglijk naamwoord
  2. cursory
    superficial; cursory; perfunctory
  3. cursory
    evanescent; transient; perishing; volatile; transitory; temporary; fleeting; passing; momentary; perfunctory; superficial; of short duration; brief; close; casual; current; empty; null; short; informal; cursory
  4. cursory
    – hasty and without attention to detail; not thorough 1
    casual; passing; cursory; perfunctory
    – hasty and without attention to detail; not thorough 1
    • casual bijvoeglijk naamwoord
      • a casual (or cursory) inspection failed to reveal the house's structural flaws1
    • passing bijvoeglijk naamwoord
      • a passing glance1
    • cursory bijvoeglijk naamwoord
      • a casual (or cursory) inspection failed to reveal the house's structural flaws1
    • perfunctory bijvoeglijk naamwoord
      • perfunctory courtesy1

Verwante woorden van "cursory":

  • cursoriness

Alternatieve synoniemen voor "cursory":


Verwante definities voor "cursory":

  1. hasty and without attention to detail; not thorough1
    • a casual (or cursory) inspection failed to reveal the house's structural flaws1