Engels

Uitgebreide synoniemen voor deception in het Engels

deception:

deception [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the deception
    the deception; the deceit; the fraud; the cheating; the swindling; the double-cross
  2. the deception
    the lie
    – a statement that deviates from or perverts the truth 1
    • lie [the ~] zelfstandig naamwoord
    the deceit; the deception; the falsehood; the untruth; the cheating; the fooling
    • deceit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • deception [the ~] zelfstandig naamwoord
    • falsehood [the ~] zelfstandig naamwoord
    • untruth [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cheating [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fooling [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the deception
    the swindle; the deceit; the fraud; the con; the frauds; the deception
    • swindle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • deceit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fraud [the ~] zelfstandig naamwoord
    • con [the ~] zelfstandig naamwoord
    • frauds [the ~] zelfstandig naamwoord
    • deception [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the deception
    – an illusory feat; considered magical by naive observers 1
    the deception; the trick; the illusion; the magic; the magic trick; the conjuration; the conjuring trick; the thaumaturgy; the legerdemain
    – an illusory feat; considered magical by naive observers 1
  5. the deception
    – the act of deceiving 1
    the deception; the deceit; the dissimulation; the dissembling
    – the act of deceiving 1
  6. the deception
    – a misleading falsehood 1
    the deception; the deceit; the misrepresentation
    – a misleading falsehood 1

Verwante woorden van "deception":


Alternatieve synoniemen voor "deception":


Verwante definities voor "deception":

  1. an illusory feat; considered magical by naive observers1
  2. the act of deceiving1
  3. a misleading falsehood1

Verwante synoniemen voor deception