Engels

Uitgebreide synoniemen voor district in het Engels

district:

district [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the district
    the district; the area; the quarter; the ward
    • district [the ~] zelfstandig naamwoord
    • area [the ~] zelfstandig naamwoord
    • quarter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ward [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the district
    the area; the place; the region; the district; the county; the department; the part of the country; the province
  3. the district
    the province; the county; the department; the district; the region
    • province [the ~] zelfstandig naamwoord
    • county [the ~] zelfstandig naamwoord
    • department [the ~] zelfstandig naamwoord
    • district [the ~] zelfstandig naamwoord
    • region [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the district
    the district; the area; the zone; the region; the territory
    • district [the ~] zelfstandig naamwoord
    • area [the ~] zelfstandig naamwoord
    • zone [the ~] zelfstandig naamwoord
    • region [the ~] zelfstandig naamwoord
    • territory [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the district
    the area; the domain; the territory; the sphere; the zone; the department; the dominion; the district; the region
    • area [the ~] zelfstandig naamwoord
    • domain [the ~] zelfstandig naamwoord
    • territory [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sphere [the ~] zelfstandig naamwoord
    • zone [the ~] zelfstandig naamwoord
    • department [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dominion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • district [the ~] zelfstandig naamwoord
    • region [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. the district
    the place; the region; the district
    • place [the ~] zelfstandig naamwoord
    • region [the ~] zelfstandig naamwoord
    • district [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. the district
    the canton; the district; the region
    • canton [the ~] zelfstandig naamwoord
    • district [the ~] zelfstandig naamwoord
    • region [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. the district
    the area; the district; the territory
    • area [the ~] zelfstandig naamwoord
    • district [the ~] zelfstandig naamwoord
    • territory [the ~] zelfstandig naamwoord
  9. the district
    the region; the area; the domain; the territory; the province; the zone; the county; the sphere; the district; the department; the dominion
    • region [the ~] zelfstandig naamwoord
    • area [the ~] zelfstandig naamwoord
    • domain [the ~] zelfstandig naamwoord
    • territory [the ~] zelfstandig naamwoord
    • province [the ~] zelfstandig naamwoord
    • zone [the ~] zelfstandig naamwoord
    • county [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sphere [the ~] zelfstandig naamwoord
    • district [the ~] zelfstandig naamwoord
    • department [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dominion [the ~] zelfstandig naamwoord
  10. the district
    – a region marked off for administrative or other purposes 1
    the district; the territory; the dominion; the territorial dominion
    – a region marked off for administrative or other purposes 1

district werkwoord

  1. district
    – regulate housing in; of certain areas of towns 1
    district; zone
    – regulate housing in; of certain areas of towns 1

Verwante woorden van "district":


Alternatieve synoniemen voor "district":


Verwante definities voor "district":

  1. a region marked off for administrative or other purposes1
  2. regulate housing in; of certain areas of towns1

Verwante synoniemen voor district