Home ->Woordenboeken ->Engels/Engels ->Vertaal drunken

Synoniemen voor "drunken" in het Engels

Overzicht
Engels Synoniemen:   Meer gegevens...
  1. drunken:
  2. drunk:

Engels

Uitgebreide synoniemen voor drunken in het Engels

drunken:

drunken bijvoeglijk naamwoord

  1. drunken
    drunk; drunken; intoxicated; tipsy; pissed; tight
  2. drunken
    drunken; thoroughly plastered; as tight as a drum; completely drunk; soaked; dead drunk; pissed
  3. drunken
    – given to or marked by the consumption of alcohol 1
    drunken; sottish; bibulous; boozy
    – given to or marked by the consumption of alcohol 1
    • drunken bijvoeglijk naamwoord
      • a drunken binge1
      • two drunken gentlemen holding each other up1
    • sottish bijvoeglijk naamwoord
      • sottish behavior1
    • bibulous bijvoeglijk naamwoord
      • a bibulous fellow1
      • a bibulous evening1
    • boozy bijvoeglijk naamwoord
      • his boozy drinking companions1
      • thick boozy singing1

drunken

  1. drunken
    sottish; drunken

Verwante woorden van "drunken":


Alternatieve synoniemen voor "drunken":


Verwante definities voor "drunken":

  1. given to or marked by the consumption of alcohol1
    • a drunken binge1
    • two drunken gentlemen holding each other up1

drunk:

drunk bijvoeglijk naamwoord

  1. drunk
    drunk; drunken; intoxicated; tipsy; pissed; tight
  2. drunk
    intoxicated; under the influence; tipsy; under the weather; drunk
  3. drunk
    – stupefied or excited by a chemical substance (especially alcohol) 1
    drunk; intoxicated; inebriated
    – stupefied or excited by a chemical substance (especially alcohol) 1
    • drunk bijvoeglijk naamwoord
    • intoxicated bijvoeglijk naamwoord
      • a noisy crowd of intoxicated sailors1
    • inebriated bijvoeglijk naamwoord
      • helplessly inebriated1
  4. drunk
    – as if under the influence of alcohol 1
    drunk; intoxicated
    – as if under the influence of alcohol 1
    • drunk bijvoeglijk naamwoord
      • drunk with excitement1
    • intoxicated bijvoeglijk naamwoord
      • felt intoxicated by her success1

drunk [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the drunk
    the drunk; the soak; the boozer; the alcoholic
    • drunk [the ~] zelfstandig naamwoord
    • soak [the ~] zelfstandig naamwoord
    • boozer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • alcoholic [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the drunk
    the boozer; the drunk; the drinker
    • boozer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • drunk [the ~] zelfstandig naamwoord
    • drinker [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the drunk
    – someone who is intoxicated 1
    the drunk
    – someone who is intoxicated 1
    • drunk [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the drunk
    – a chronic drinker 1
    the drunk; the drunkard; the wino; the rummy; the sot; the inebriate
    – a chronic drinker 1
    • drunk [the ~] zelfstandig naamwoord
    • drunkard [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wino [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rummy [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sot [the ~] zelfstandig naamwoord
    • inebriate [the ~] zelfstandig naamwoord

drunk

  1. drunk
    drunk; intoxicated
  2. drunk
    drunk; drunkard

Verwante woorden van "drunk":


Alternatieve synoniemen voor "drunk":


Antoniemen van "drunk":


Verwante definities voor "drunk":

  1. stupefied or excited by a chemical substance (especially alcohol)1
  2. as if under the influence of alcohol1
    • drunk with excitement1
  3. someone who is intoxicated1
  4. a chronic drinker1

Verwante synoniemen voor drunken







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0235 seconde
Page rendered in 1.0 seconds