Engelse synoniemen van dual, ander woord voor dual

Remove Ads

Overzicht

Engels Synoniemen: Meer gegevens...

dual:
- twofold; ambiguous; bipartite; two-jointed; equivocal; dual; binary; dimerous; double; two-piece; of two sorts; ambivalent; duple; treble; threefold; two-fold; three-fold

Engels

Uitgebreide synoniemen voor dual in het Engels

dual:

dual bijvoeglijk naamwoord

dual
twofold; ambiguous; bipartite; two-jointed; equivocal; dual; binary; dimerous; double
- twofold bijvoeglijk naamwoord
- ambiguous bijvoeglijk naamwoord
- bipartite bijvoeglijk naamwoord
- two-jointed bijvoeglijk naamwoord
- equivocal bijvoeglijk naamwoord
- dual bijvoeglijk naamwoord
- binary bijvoeglijk naamwoord
- dimerous bijvoeglijk naamwoord
- double bijvoeglijk naamwoord
dual
twofold; dual; two-piece; of two sorts; double
- twofold bijvoeglijk naamwoord
- dual bijvoeglijk naamwoord
- two-piece bijvoeglijk naamwoord
- of two sorts bijvoeglijk naamwoord
- double bijvoeglijk naamwoord
dual
ambiguous; dual; ambivalent; equivocal
- ambiguous bijvoeglijk naamwoord
- dual bijvoeglijk naamwoord
- ambivalent bijvoeglijk naamwoord
- equivocal bijvoeglijk naamwoord
dual

– a grammatical number category referring to two items or units as opposed to one item (singular) or more than two items (plural) ¹
dual
– a grammatical number category referring to two items or units as opposed to one item (singular) or more than two items (plural) ¹
- dual bijvoeglijk naamwoord
  - ancient Greek had the dual form but it has merged with the plural form in modern Greek¹
dual

– consisting of or involving two parts or components usually in pairs ¹
double; dual; duple
– consisting of or involving two parts or components usually in pairs ¹
- double bijvoeglijk naamwoord
  - an egg with a double yolk¹
  - a double (binary) star¹
  - double doors¹
  - duple (or double) time consists of two (or a multiple of two) beats to a measure¹
- dual bijvoeglijk naamwoord
  - dual controls for pilot and copilot¹
- duple bijvoeglijk naamwoord
  - duple (or double) time consists of two (or a multiple of two) beats to a measure¹
dual

– having more than one decidedly dissimilar aspects or qualities ¹
double; dual; twofold; treble; threefold; two-fold; three-fold
– having more than one decidedly dissimilar aspects or qualities ¹
- double bijvoeglijk naamwoord
  - a double (or dual) role for an actor¹
  - every episode has its double and treble meaning¹
- dual bijvoeglijk naamwoord
  - a double (or dual) role for an actor¹
- twofold bijvoeglijk naamwoord
  - the office of a clergyman is twofold; public preaching and private influence¹
- treble bijvoeglijk naamwoord
  - every episode has its double and treble meaning¹
- threefold bijvoeglijk naamwoord
- two-fold bijvoeglijk naamwoord
- three-fold bijvoeglijk naamwoord

Verwante woorden van "dual":

dually

Alternatieve synoniemen voor "dual":

double; duple; multiple
twofold; two-fold; treble; threefold; three-fold
plural

Verwante definities voor "dual":

a grammatical number category referring to two items or units as opposed to one item (singular) or more than two items (plural)¹
- ancient Greek had the dual form but it has merged with the plural form in modern Greek¹
consisting of or involving two parts or components usually in pairs¹
- dual controls for pilot and copilot¹
having more than one decidedly dissimilar aspects or qualities¹
- a double (or dual) role for an actor¹

Verwante synoniemen voor dual

Remove Ads

Synoniemen voor "dual" in het Engels

Uitgebreide synoniemen voor dual in het Engels

dual:

dual bijvoeglijk naamwoord

dual

dual

dual

dual

dual

dual

Verwante woorden van "dual":

Alternatieve synoniemen voor "dual":

Verwante definities voor "dual":

Verwante synoniemen voor dual