Engels

Uitgebreide synoniemen voor edifice in het Engels

edifice:

edifice [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the edifice
    the warranty; the guarantee; the premises; the bond; the pledge; the surety; the edifice; the security; the lot
    • warranty [the ~] zelfstandig naamwoord
    • guarantee [the ~] zelfstandig naamwoord
    • premises [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bond [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pledge [the ~] zelfstandig naamwoord
    • surety [the ~] zelfstandig naamwoord
    • edifice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • security [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lot [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the edifice
    the building; the premises; the construction; the edifice; the structure; the lot
  3. the edifice
    – a structure that has a roof and walls and stands more or less permanently in one place 1
    the building; the edifice
    – a structure that has a roof and walls and stands more or less permanently in one place 1
    • building [the ~] zelfstandig naamwoord
      • there was a three-story building on the corner1
    • edifice [the ~] zelfstandig naamwoord
      • it was an imposing edifice1

Verwante woorden van "edifice":

  • edifices

Alternatieve synoniemen voor "edifice":


Verwante definities voor "edifice":

  1. a structure that has a roof and walls and stands more or less permanently in one place1
    • it was an imposing edifice1