Engelse synoniemen van elderly, ander woord voor elderly

Overzicht

Engels Synoniemen: Meer gegevens...

Engels

Uitgebreide synoniemen voor elderly in het Engels

the elderly
the elderly; the aged
- elderly [the ~] zelfstandig naamwoord
- aged [the ~] zelfstandig naamwoord
the elderly

– people who are old collectively ¹
the elderly; the aged
– people who are old collectively ¹
- elderly [the ~] zelfstandig naamwoord
- aged [the ~] zelfstandig naamwoord
  - special arrangements were available for the aged¹

elderly
elderly; aged; old
- elderly bijvoeglijk naamwoord
- aged bijvoeglijk naamwoord
- old bijvoeglijk naamwoord
elderly
elderly
- elderly bijvoeglijk naamwoord
elderly

– advanced in years; (`aged' is pronounced as two syllables) ¹
elderly; senior; older; aged
– advanced in years; (`aged' is pronounced as two syllables) ¹
- elderly bijvoeglijk naamwoord
  - elderly residents could remember the construction of the first skyscraper¹
- senior bijvoeglijk naamwoord
  - senior citizen¹
- older bijvoeglijk naamwoord
- aged bijvoeglijk naamwoord
  - aged members of the society¹

advanced in years; (`aged' is pronounced as two syllables)¹
- elderly residents could remember the construction of the first skyscraper¹
people who are old collectively¹