Engels

Uitgebreide synoniemen voor fickle in het Engels

fickle:

fickle bijvoeglijk naamwoord

  1. fickle
    unpredictable; capricious; fickle; whimsical; changeable; wayward; incalculable; unsteady; unstable; baroque; freakish; freak
  2. fickle
    changeable; variable; fickle; unsettled
  3. fickle
    – liable to sudden unpredictable change 1
    erratic; fickle; mercurial; quicksilver
    – liable to sudden unpredictable change 1
    • erratic bijvoeglijk naamwoord
      • erratic behavior1
    • fickle bijvoeglijk naamwoord
      • fickle weather1
    • mercurial bijvoeglijk naamwoord
      • mercurial twists of temperament1
    • quicksilver bijvoeglijk naamwoord
      • a quicksilver character, cool and willful at one moment, utterly fragile the next1
  4. fickle
    – marked by erratic changeableness in affections or attachments 1
    volatile; fickle
    – marked by erratic changeableness in affections or attachments 1
    • volatile bijvoeglijk naamwoord
      • a flirt's volatile affections1
    • fickle bijvoeglijk naamwoord
      • fickle friends1

Verwante woorden van "fickle":


Alternatieve synoniemen voor "fickle":


Verwante definities voor "fickle":

  1. liable to sudden unpredictable change1
    • fickle weather1
  2. marked by erratic changeableness in affections or attachments1
    • fickle friends1