Overzicht


Engels

Uitgebreide synoniemen voor flower in het Engels

flower:

flower [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the flower
    the flower
    • flower [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the flower
    – reproductive organ of angiosperm plants especially one having showy or colorful parts 1
    the flower; the bloom; the blossom
    – reproductive organ of angiosperm plants especially one having showy or colorful parts 1
    • flower [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bloom [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blossom [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the flower
    – a plant cultivated for its blooms or blossoms 1
    the flower
    – a plant cultivated for its blooms or blossoms 1
    • flower [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the flower
    – the period of greatest prosperity or productivity 1
    the prime; the peak; the flush; the flower; the bloom; the blossom; the heyday; the efflorescence
    – the period of greatest prosperity or productivity 1
    • prime [the ~] zelfstandig naamwoord
    • peak [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flush [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flower [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bloom [the ~] zelfstandig naamwoord
    • blossom [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heyday [the ~] zelfstandig naamwoord
    • efflorescence [the ~] zelfstandig naamwoord

flower werkwoord

  1. flower
    – produce or yield flowers 1
    flower; to bloom; to blossom
    – produce or yield flowers 1
    • flower werkwoord
    • bloom werkwoord (blooms, bloomed, blooming)
      • The cherry tree bloomed1
    • blossom werkwoord (blossoms, blossomed, blossoming)

Verwante woorden van "flower":


Alternatieve synoniemen voor "flower":


Verwante definities voor "flower":

  1. reproductive organ of angiosperm plants especially one having showy or colorful parts1
  2. a plant cultivated for its blooms or blossoms1
  3. the period of greatest prosperity or productivity1
  4. produce or yield flowers1

Verwante synoniemen voor flower