Engels

Uitgebreide synoniemen voor fright in het Engels

fright:

fright [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fright
    the fright; the consternation; the upset; the repulsion; the confusion; the dismay; the alarm
    • fright [the ~] zelfstandig naamwoord
    • consternation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • upset [the ~] zelfstandig naamwoord
    • repulsion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • confusion [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dismay [the ~] zelfstandig naamwoord
    • alarm [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the fright
    the anxiety; the fear; the fright
    • anxiety [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fear [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fright [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the fright
    the panic; the fright; the terror
    • panic [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fright [the ~] zelfstandig naamwoord
    • terror [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. the fright
    the horror; the cat; the fright
    • horror [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cat [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fright [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. the fright
    – an emotion experienced in anticipation of some specific pain or danger (usually accompanied by a desire to flee or fight) 1
    the fear; the fright; the fearfulness
    – an emotion experienced in anticipation of some specific pain or danger (usually accompanied by a desire to flee or fight) 1
    • fear [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fright [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fearfulness [the ~] zelfstandig naamwoord

fright werkwoord

  1. fright
    – cause fear in 1
    to scare; fright; to frighten; affright
    – cause fear in 1
    • scare werkwoord (scares, scared, scaring)
    • fright werkwoord
    • frighten werkwoord (frightens, frightened, frightening)
      • The stranger who hangs around the building frightens me1
    • affright werkwoord
      • Ghosts could never affright her1

Verwante woorden van "fright":


Alternatieve synoniemen voor "fright":


Antoniemen van "fright":


Verwante definities voor "fright":

  1. an emotion experienced in anticipation of some specific pain or danger (usually accompanied by a desire to flee or fight)1
  2. cause fear in1

Verwante synoniemen voor fright