Engels

Uitgebreide synoniemen voor frigidity in het Engels

frigidity:

frigidity

  1. frigidity

frigidity [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the frigidity
    – a lack of affection or enthusiasm 1
    the coolness; the coldness; the chilliness; the frigidity; the frigidness; the iciness
    – a lack of affection or enthusiasm 1
    • coolness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • coldness [the ~] zelfstandig naamwoord
      • a distressing coldness of tone and manner1
    • chilliness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • frigidity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • frigidness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • iciness [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the frigidity
    – the absence of heat 1
    the cold; the coldness; the frigidity; the frigidness; the low temperature
    – the absence of heat 1
    • cold [the ~] zelfstandig naamwoord
      • come in out of the cold1
      • cold is a vasoconstrictor1
    • coldness [the ~] zelfstandig naamwoord
      • the coldness made our breath visible1
    • frigidity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • frigidness [the ~] zelfstandig naamwoord
    • low temperature [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. the frigidity
    – sexual unresponsiveness (especially of women) and inability to achieve orgasm during intercourse 1
    the frigidity; the frigidness
    – sexual unresponsiveness (especially of women) and inability to achieve orgasm during intercourse 1

Alternatieve synoniemen voor "frigidity":


Antoniemen van "frigidity":


Verwante definities voor "frigidity":

  1. a lack of affection or enthusiasm1
  2. the absence of heat1
  3. sexual unresponsiveness (especially of women) and inability to achieve orgasm during intercourse1