Engels

Uitgebreide synoniemen voor frugality in het Engels

frugality:

frugality [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the frugality
    the thrift; the frugality
    • thrift [the ~] zelfstandig naamwoord
    • frugality [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. the frugality
    the sobriety; the simplicity; the simpleness; the scantiness; the frugality; the plainness
  3. the frugality
    the frugality; the uselessness; the cheapness; the moderacy
  4. the frugality
    – prudence in avoiding waste 1
    the frugality; the frugalness
    – prudence in avoiding waste 1

Alternatieve synoniemen voor "frugality":


Verwante definities voor "frugality":

  1. prudence in avoiding waste1